30 jaar rellen in Brussel

Binnenkort, in de maand mei, zal het 30 jaar geleden zijn dat de eerste vreemdelingenrellen in Brussel plaatsvonden.  Een identiteitscontrole van een Marokkaan leidde op 10 mei 1991 voor ernstige rellen op en rond het Sint-Antoniusplein in Vorst.  Maghrebijnse vrouwen gooiden met allerlei voorwerpen, mannen met molotovcocktails. Twee dagen later was het rebelote, opnieuw rellen in dezelfde wijk  Toen vond de socialistische burgemeester, Magda de Galan, het ‘even’ welletjes en liet ze de Rijkswacht aanrukken. Er werden 273 vreemdelingen opgesloten in de kazerne van Etterbeek.

Dat was het begin van een hele reeks rellen die Brussel nog zou kennen, waarvan de laatste enkele dagen geleden. Naar aanleiding van de rellen in Vorst werd het Centrum voor Racismebestrijding, achtereenvolgens geleid door Paula D’Hondt en pater Leman, opgericht. Dat was de voorloper van UNIA, met aan het hoofd de groene Els Keytsman. 

In die dertig jaar zijn de intussen gekende sermoenen van de gutmenschen ongewijzigd gebleven:  rellen hebben alles te maken met sociale achterstand, een gebrek aan kansen voor de lokale jeugd en onverantwoorde politiecontroles.

Is er geen leerplicht voor die ‘kansarme’ jongeren? Krijgen hun ouders geen kindergeld om de opvoeding van hun kroost te vergemakkelijken. Waren die ‘achtergestelde wijken’ ook achtergesteld toen er nog echte Brusselaars woonden?  Genieten ze dan niet van de sociale voordelen, waarvan de autochtone gemeenschap kan genieten?  Worden zij niet toegelaten tot het lager-, middelbaar- en hoger onderwijs., enzovoort, enzovoort…..

Intussen zetelen er 23 vreemdelingen op een totaal van 89 (72 FR + 17 NL) volksvertegenwoordigers in het Brussels Parlement. En dan spreken we nog niet over verkozenen die uit een ander Europees land afkomstig zijn, waarvan de ouders  migranten waren. Waar zijn die 23 dan opgegroeid?  In Lasne of Sint-Martens-Latem?

Roeland Van Walleghem