De Dublin-verordening (theorie en praktijk)
De theorie:
“Als u in een ander ‘Dublin land’ asiel heeft aangevraagd voorafgaand aan uw aankomst in het land waar u nu bent, Kunt u naar dat land teruggezonden worden, indien:
• U in een ander ‘Dublin land’ asiel heeft aangevraagd voorafgaand aan uw aankomst in het land waar u nu bent; of
• er bewijs is (zoals uw vingerafdrukken) dat u Europa vanuit een ander ‘Dublin land’ bent binnengekomen, of dat u minstens 5 maanden in een ander ‘Dublin land’ heeft geleefd; en
• u geen geldige reden heeft (zie de bovenstaande criteria) om overdracht naar een ander ‘Dublin land’ aan te vragen”.
De praktijk:
De aanslag in Brussel werd gepleegd door een geradicaliseerde Tunesiër die sinds zijn aankomst op het eiland Lampedusa in 2011 alle Europese grenzen had kunnen passeren en die 4 asielaanvragen had kunnen indienen in vier verschillende Europese landen.
‘Dublin landen’ : Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk