De warmste dag ooit?

We worden al de hele week door de VRT-weermannen en -vrouwen om de oren gelagen met de “warmste dag ooit”. Vandaag zou het dan gebeuren, maar toch zeker donderdag. Volgens weerman Frank Deboosere wordt donderdag in ons land mogelijk “de warmste dag ooit sinds het begin van de waarnemingen in 1833”. Deboosere voorspelde voor donderdag “temperaturen van 37 graden en meer”. “De warmste dag ooit?” “Die kans zit er echt wel in”. “De hoogste temperatuur die tot nu toe in Ukkel werd gemeten is 36,6 graden. Dat was op 27 juni 1947. Maar de kans zit er dus dik in dat we donderdag een nieuw record mogen noteren”. In Ukkel is het record vandaag alvast niet gesneuveld, maar gelukkig kwam Kleine Brogel de VRT-weermannen en -vrouwen te hulp met 39,9 graden Celsius; “de hoogste temperatuur ooit gemeten in ons land”.

Deze forse claims van Frank Deboosere klinken natuurlijk onschuldig, maar zijn in feite intellectueel oneerlijk. “De warmste dag ooit?” is nonsens. In de Middeleeuwen was het gemiddeld één graad warmer dan tegenwoordig. In de Romeinse Tijd was het gemiddeld twee graden warmer dan tegenwoordig. In de Minoïsche Tijd was het gemiddeld drie graden warmer dan tegenwoordig. Tijdens het Eem – de laatste tussenijstijd – was het globaal twee graden warmer dan in onze huidige warme tijd; het Holoceen. Toen de dinosauriërs hier rondliepen, was het zelfs gemiddeld 10 tot 15 graden Celsius warmer dan tegenwoordig. “De warmste dag ooit?” vandaag of morgen is dus absolute nonsens.

Verder laten de claims van Frank Deboosere ook uitschijnen, dat alleen maar de meetpunten van het KMI in staat zouden zijn om de temperatuur exact te meten. Echter, met de metingen van het KMI is er echter van alles niet OK. Op 27 juni 1947 werd inderdaad – althans voor Ukkel – op die dag de hoogste waarde van de vorige eeuw voor dat meetpunt gemeten. Echter, de temperatuur was géén 36,6 graden, zoals Deboosere claimt, maar wél 38,8 graden Celsius.

De waarheid is, dat temperatuur-dagrecords meteorologisch gezien helemaal niets voorstellen. Ten eerste, omdat we geregeld een schrikkeljaar hebben, schuiven alle data na 28 februari immers telkens een dag op. Bovendien zijn temperatuur-dagrecords heel wisselend van plaats tot plaats. Zo mat men in één thermometerhut in Ukkel op 9 februari 2008 maar liefst 17,1 graad. Een andere Ukkelse thermometerhut op nauwelijks enkele tientallen meter afstand kwam niet hoger dan 16 graden. Zoiets is toch absurd. Dat is zoiets als twee klokken die in de vertrekhal van een station hangen, maar die elk een andere tijd aangeven. Wat heb je daaraan?

Maar, dé achilleshiel van de hele klimaathysterie is, dat de waarnemingsomstandigheden continu veranderen. De langste reeks klimatologische waarnemingen in België is die van de regio Brussel. Deze zijn gestart in 1833. Men spreekt van de ‘Waarnemingen van Ukkel’. Maar, in feite vonden de ‘Waarnemingen van Ukkel’ tot 1885 plaats in Sint-Joost-ten-Node, namelijk op de oude site van de Sterrenwacht van België. Pas in 1886 werd het waarnemingspark van het KMI verplaatst naar Ukkel. Wat moet je dan doen met een temperatuur-dagrecord dat dateert van voor 1886?

Van 1833 tot 1877 hingen de thermometers in Sint-Joost-ten-Node trouwens aan de noordkant van de sterrenwacht op een hoogte van 3,3 meter. Dus niet in thermometerhutten. De thermometers van de 19de eeuw hadden bovendien maar een nauwkeurigheid van 0,4°C. Als je alle dagelijkse temperaturen voor de tientallen weerstations in België vergelijkt, stel je vast, dat daar regelmatig een enorme spreiding op zit. Het kan makkelijk zijn dat Oostende 12,2 graden meet en dat het op hetzelfde ogenblik in Kleine Brogel 22,2 graden is.

Nog meer problemen. In juni 1983 is het KMI overgeschakeld van open naar gesloten thermometerhutten. Alle waarnemingen van voor juni 1983 krijgen daardoor een correctiefactor. Twee voorbeelden om dit te illustreren. Op 19 juli 2006 bedroeg de maximumtemperatuur gemeten in open thermometerhut 38,2 graden. In gesloten thermometerhut was dat slechts 36,2 graden. Dan die bewuste 27 juni 1947 die voor Ukkel de warmste dag was “sinds het begin van de waarnemingen”. In de open thermometerhut werd 38,8 graden gemeten. Gereduceerd naar een gesloten thermometerhut zou dat 36,6 graden betekenen. Bizar!

Voor 1968 gebeurden de Ukkelse temperatuurmetingen uitsluitend in open thermometerhutten, dat zijn thermometerhutten zonder een deurtje aan de noordkant. Daardoor kon straling indirect een invloed uitoefenen. De temperatuurmetingen verricht in een open hut zouden dus ‘gecorrigeerd’ moeten worden. De maxima in open thermometerhut in de maanden juni, juli en augustus zijn gemiddeld gesproken 1,4 graden hoger dan de maxima in gesloten thermometerhutten. Het KMI is uiteindelijk in juni 1983 (conform de aanbevelingen van de Wereld Meteorologische Organisatie WMO) officieel overgeschakeld van open naar gesloten thermometerhut. Het KMI gebruikt voor alle maanden van het jaar correctiefactoren om minima en maxima om te rekenen van een open naar een gesloten thermometerhut. Hierbij is het belangrijk op te merken dat het om gemiddelde waarden gaat, die je enkel mag toepassen op maandgemiddelden.

Daarom is men in 2015 ook nog eens gaan kijken naar de hoeveelheid zonneschijn op alle individuele dagen sinds 1901. Men heeft blijkbaar een direct verband gevonden tussen de zonneschijnduur en de correctie die moet worden toegepast om over te gaan van open naar gesloten thermometerhut. Op 19 juli 2006 bedroeg de maximumtemperatuur gemeten in open thermometerhut 38,2 graden. In gesloten thermometerhut was dat slechts 36,2 graden. Een correctiefactor van 36,2 – 38,2 = -2,0 graden.

Op 27 juni 1947 was voor Ukkel de warmste dag “sinds het begin van de waarnemingen”. In de open thermometerhut werd 38,8 graden gemeten. Gereduceerd met de gemiddelde maandelijkse correctiefactor naar een gesloten thermometerhut is dat 37,4 graden. Als men rekening houdt met de zonneschijnduur op 27 juni 1947, komt men uiteindelijk tot een maximumtemperatuur van 36,6°C, hetgeen 2,2 graden Celsius lager is, dan destijds officieel werd gemeten. Men is hier dus appels met citroenen aan het vergelijken! Om niet te zeggen, dat dit boerenbedrog is. Op die bewuste 27 juni 1947 was het in sommige Ardense valleien wellicht méér dan 40 graden warm, maar daarvan bestaan geen officiële metingen.

Maar, hier houden de problemen niet op. Tot mei 2006 werden de dagelijkse maximumtemperaturen gemeten met een kwikthermometer. Voor de minima werd een alcoholthermometer gebruikt. Sinds juni 2006 is men echter overgeschakeld op automatische sensoren die doorlopend de temperatuur meten. Zijn die sensoren dan zo betrouwbaar? Hetzelfde probleem doet zich voor met de satellietmetingen van de zeespiegel. Die vallen ook steevast hoger uit dan de conventionele methodes.

Kortom, het is onmogelijk om de temperatuurgegevens van 1833 tot 2006 te vergelijken met die sinds 2006! Er moeten verschillende correctiefactoren worden toegepast om ‘systematische fouten’ zoveel mogelijk te elimineren. Toevallig worden de oude waarden steevast naar beneden toe ‘gecorrigeerd’. Dit is een absoluut pseudo-wetenschappelijke benadering. Je kan je data op verschillende manieren interpreteren. Echter, je kan niet de meetgegevens of de data zélf gaan manipuleren, want dan ben je aan het modelleren en de interpretatie a priori aan het sturen. Statistisch hebben die metingen géén enkel belang meer, want ook de ‘Waarnemingen van Ukkel’ zijn door en door subjectief en net zo ‘nauwkeurig’ als de temperatuurmetingen in je eigen auto en dus uiteindelijk vanuit wetenschappelijk perspectief totaal waardeloos!

Bron: Mathieu Albert in Het Katholiek Forum