In de kijker: ORTWIN DEPOORTERE

Het parlementair reces is een ideaal moment om even terug te blikken op het voorbije werkjaar. Vandaag Kamerlid Ortwin Depoortere.

“Als voorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken had ik de twijfelachtige eer om een minister met nul stemmen (wegens niet verkozen) te verwelkomen. Uiteraard heb ik het over minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v), die vooral uitblonk in veel gepalaver maar weinig daden. De evaluatie van de hulpverleningszones? Nihil. De herschikking van het politielandschap? Op de lange baan geschoven tot na 2024. Maar voor het uitvaardigen van zinloze, draconische of ondemocratische coronamaatregelen, zat mevrouw wel op de eerste rij.

Nog ergerlijker was haar slappe houding tegenover – voornamelijk allochtone – relschoppers. Zo plaatste ik het geweld tegen politieagenten op de politieke agenda en riep ik zelfs de commissie vervroegd bijeen om de amokmakers aan de kust en recreatiedomeinen een halt toe te roepen. Maar minister Verlinden had het zo niet begrepen. Zij zit inmiddels volledig ingekapseld in de politiek-correcte doctrine. Excuses als ‘te weinig recreatiemogelijkheden in Brussel, ‘eb en vloed’, het ‘wederzijds begrip’ neemt alle verantwoordelijkheid weg van de amokmakers zelf. Met het Vlaams Belang hebben we dan zelf maar een Knock Out-plan samengesteld om een einde te maken aan deze straffeloosheid.”

Wat zijn uw doelstellingen en aandachtspunten het komende parlementaire jaar?

“Het Vlaams Belang is altijd de partij geweest voor orde en veiligheid en zal deze leidende rol ook de volgende jaren op zich blijven nemen. Ik zal dus blijven hameren op het feit dat onze politie beter beschermd moet worden. Politiemensen moeten hun werk professioneel kunnen uitvoeren en dat kan enkel mits de nodige politieke steun. Dat betekent ook een politie die zich niet telkens moet verantwoorden als ze crimineel op de rooster leggen die toevallig van allochtone origine is.

Elke burger heeft recht op een veilige omgeving en dat kan voor mij enkel met herorganisatie, meer investeringen in moderne middelen en, naast de lokale politie, de oprichting van een op Vlaams niveau georganiseerde interventiepolitie.”