Meer middelen nodig in strijd tegen verkrachtingen

Het Vlaams Belang vindt het positief dat de straffen voor verkrachters zullen worden opgetrokken van maximaal vijf jaar cel tot maximaal tien jaar cel, al zijn er vooral meer middelen en inzet nodig om het probleem ten gronde aan te pakken. “Met in dit land dagelijks meer dan honderd verkrachtingen is het veeleer een plaag dan een probleem”, zegt Kamerlid Katleen Bury. “Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) is naar eigen zeggen alles ‘straffer’ aan het maken, maar we hebben nog niets concreets gehoord over de middelen die hij gaat inzetten tegen seksuele delinquenten.”

Verkrachtingen maken levens kapot. Van de slachtoffers, maar ook van hun partners en naasten. “Ze vormen een reëel maatschappelijk probleem. Verkrachters zijn recidivisten, die beperken zich niet tot één feit. Het is dan ook van het grootste belang dat ze tijdig geïdentificeerd en opgespoord worden en afdoende bestraft”, aldus Bury. “En dat vergt een gespecialiseerde opleiding, zowel voor de betrokken politiediensten als voor de strafrechters.”

“De straffeloosheid inzake verkrachtingen moet voor eens en altijd verdwijnen”

“Heel anders dus dan de situatie die we nu kennen”, vervolgt Bury. “Politiemensen slaan aan het staken omdat ze nu eenmaal op hun tandvlees zitten en sommige rechters zijn dermate wereldvreemd dat ze denken het fenomeen van verkrachtingen te bestrijden door de daders enkel een opstelletje te laten schrijven over respect voor vrouwen.”

“Wanneer voor verkrachters niet enkel de maximumstraffen verhogen maar de straffeloosheid eindelijk in zijn geheel verdwijnt, zal er bij de slachtoffers ook veel meer aangiftebereidheid zijn. Nu wordt amper één geval op tien aangegeven”, besluit Bury. “De Brusselse psychologe Danièle Zucker, die al tientallen jaren werkt met slachtoffers van verkrachtingen, schreef een boek waarin ze eveneens pleit voor meer middelen en voor een hardere aanpak. Ze stuurde ondertussen een exemplaar op naar Van Quickenborne en ik mag maar hopen dat hij het boek grondig gelezen heeft. Ik ga hem hierover ondervragen.”