Overlijden Ludo Callens

Ludo Callens

Geboren en opgegroeid in Wilrijk. Middelbaar in het Pius X instituut te Antwerpen. Nadien Rechten bij UFSIA, heen UA. Eerste job ambtenaar bij de RvA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorzienig) in Boom. Nadien ambtenaar Provinciebestuur Bestuur Limburg, binnenlands bestuur en commissaris van de grenspalencommissie.

Was heel erg geïnteresseerd in de Groot-Nederlandse cultuur, vooral plaatselijke dialecten, bestuurlijke structuren, hield veel van muziek, zowel klassiek,  populair als volksmuziek. In de vroege jaren 1980 had hij op de lokale radio Bavo in Wilrijk een eigen programma “Volksmuziek uit de Lage Landen”.

Hij hield heel veel van zijn zoon Kristof en zijn twee kleinkinderen. Ludo apprecieerde als rasechte bourgondiër lekker eten, goede wijn en vanzelfsprekend ook bier. 

Ludo Callens was vroeger lid van Vlott, de groep rond Hugo Coveliers. Door zijn werk bij het Agentschap Binnenlands Bestuur in Hasselt week hij uit naar Laakdal, ongeveer halfweg Antwerpen en zijn werkplek Hasselt.

Hij was een verwoed fietser en anti-autogebruiker. Hij verplaatste zich met openbaar vervoer en had als stokpaardje de verbetering van Openbaar Vervoer in de Kempen.

In 2012 trok hij de lijst van Vlaams Belang Laakdal en werd gekozen als enig gemeenteraadslid. Daar kwam hij voortdurend tussen met drie tot soms negen bijkomende punten op de dagorde van de raad.  Hij kon enkele zaken doordrukken zoals betere openbare verlichting, fietspaden en de erkenning van Varendonk als vierde Laakdalse deelgemeente. Hij volgde de regiovergaderingen, was aanwezig op nationale manifestaties, provinciale en regionale evenementen van de partijafdelingen.

In 2018 ging hij op pensioen en besloot uit Laakdal te verhuizen naar Brasschaat. Hij was nog lijstduwer in Laakdal en kon samen drie zetels behalen. Dat mandaat kon hij niet meer opnemen.

Hij had een goede pen. Zijn lange e-mails waren legendarisch en hij was een graag geziene gast, die voor een luchtige noot zorgde. Binnen onze grote Vlaams-nationale familie zullen wij ‘de Ludo’ missen