Salon Toverberg
Dit jaar geen boekenbeurs…
Deze “gedichten elfdaagse” van “Salon Toverberg” is slechts een bescheiden poging om de leegte te vullen.
Salon Toverberg is een initiatief van Seniorenforum Antwerpen.
Aarzel niet, u die van poëzie houdt, ons de door u gekoesterde gedichten toe te zenden. Ons adres: seniorenforumantwerpen@telenet.be
Meer op fb: Salon-Toverberg (vergeet het – niet)
Dag tien:
Het lied van de stroom en de weide
De stroom:
Alleen mijn naam is van ijzer.
Ik ben maar een Vlaamse rivier
die loopt zonder wildheid of zwier
geleidelijk breder en wijzer
door het langzame landschap hier.
Ik spiegel de okeren hoeven,
de rode kam van een dak,
het groen van een waaiende tak
en, telkens de zeewind gaat zoeven,
een wolk als een traagzinkend wrak.
De weide:
Ik ben maar een vierkante weide.
Ik lig met mijn armen vol kruid
van einde tot einde languit
en onder een hemel van zijde
de lange zomermaand uit.
Ik draag de geduldigste dieren,
de koeien van niets dan plicht,
de kevertjes zonder gewicht
en de bijen die bruiloft vieren
bij de overval van het licht.
De stroom:
Toen werd er een hel losgelaten
van onbarmhartig gerucht.
Ik zag naar mijn oevers gevlucht
een leger van lemen soldaten
op weg als een wolk door de lucht.
Ik voerde hun harde gezangen
van woede, almacht en hoop
onzichtbaar mee in mijn loop
en al wie daar viel uit de rangen
droeg ik naar het dorp van zijn dood.
De weide:
Toen sloeg er een salvo van kogels,
de ijzeren oogst van vier jaar,
mijn groen paradijs uit elkaar
en vluchten mijn vlinders en vogels
naar alle kant maar naar waar?
Ik lag als een lichaam geschonden
de regen alleen treft geen schuld
de regen heeft met geduld
de opengeschreeuwde monden
en de bommentrechters gevuld.
De stroom:
Weer trek ik mijn langzame kringen
door het land van ieder seizoen
alleen in mijn bed van kil groen
een rivier van herinneringen
aan vier harde jaren van toen.
De weide:
Nu lig ik weer lijflijk herboren
uit stormen van ijzer en as
zo groen en zo gaaf als ik was,
ik tors een puin en een toren,
een toekomst van eindeloos gras.
Anton Van Wilderode ( °1918 – +1998)
gelegenheidsgedicht IJzerbedevaart 1969