“Socialisme en corruptie gaan
hand in hand”


Wat is het toch met socialisten? Toen enkele dagen geleden de eerste
berichten binnenliepen over de corruptie in het Europees Parlement
(EP), hoefde je niet voorbij de titels lezen om te weten dat er
socialisten bij betrokken zouden zijn. Griekse socialisten, Italiaanse
socialisten en, uiteraard, Waalse socialisten. Bronnen binnen het
gerecht verwachten dat er nog meer boven water komt.
Meestal is corruptie subtiel, sluipend: voordelen, geschenken,
plezierreisjes, overdreven onkostenvergoedingen, enzovoort. Dat is het
profitariaat dat de Waalse socialist Marcourt, voorzitter van het Waals
Parlement, deze week ten val bracht. 20.000 euro voor een reisje naar
Dubai was zelfs in de politieke cultuur van Franstalig België te veel.
De omkoperij in het Europees Parlement was eerder van het type dat je
in films of stripverhalen tegenkomt: koffers vol met contant geld. Ook bij
die omkoperij is de PS vertegenwoordigd. Er waren al huiszoekingen bij
EP-lid Marc Tarabella en bij medewerkers van Marie Arena.
Corruptieschandalen in twee parlementen in één week is geen geringe
prestatie voor een partij. Alleen een affaire op het federale niveau
ontbrak om de hattrick vol te maken.
De wijsheid van Helmut Kohl blijkt nog even geldig als 30 jaar geleden:
“Het is gemakkelijker een hond voorbij een hotdogkraam te loodsen dan
een socialist voorbij een berg geld.” In alle politieke strekkingen is er
affairisme, maar bij socialisten lijkt die eerder systemisch dan
uitzonderlijk. Alle socialistische staten ten tijde van het IJzeren Gordijn
waren uitermate corrupt. Dergelijke staten die nog overblijven, zoals
Venezuela en Noord-Korea, bengelen ook helemaal achteraan op de
corruptie-index (CPI).
Chassez le naturel
Is het de afgunst die inherent is aan de ideologie? De afwijzing van
meritocratie? Ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop socialisten
omgaan met overheidsfinanciën de echte reden is waarom ze zich laten
verleiden tot persoonlijke verrijking. Als je enerzijds de inkomsten, de
belastingen, niet meer ziet als het geld van andere mensen, maar als
een abstracte, oneindige bron en anderzijds nonchalant en kwistig
omgaat met de uitgaven, is het gemakkelijker jezelf te overtuigen dat het
niet verkeerd is daarvan een graantje mee te pikken.
Er zijn ook binnen de socialistische familie gradaties. De Waalse
socialisten zijn een klasse op zich. Van Leburton tot Magnette is de
geschiedenis van de PS een aaneenschakeling van schandalen. RTT,
Imbramco, Agusta, UNIOP, Sotegec, de affaire-Van Cau, la
Carolorégienne, de affaire-Mathot, Publifin, Samusocial en nu Qatargate:
de Vlaamse socialisten zaten er soms tussen, maar de Waalse elke keer.
Met de moord op André Cools zat je zelfs helemaal in de sfeer van de
Camorra. Di Rupo had in 2005 aangekondigd dat hij een einde ging
maken aan de corruptie – “Il n’y a plus de place pour les parvenus au
PS!” -, maar het is weer zover. Om het in zijn taal te zeggen: chassez le
naturel et il revient au galop. Het is weer gebeurd. En zolang de Waalse
kiezers de PS de grootste partij blijven maken, zal het blijven gebeuren.

Jurgen Ceder in ’t Pallieterke