Teken van leven lV: winterzonnewende.

Vlaamse vrienden, senioren in het bijzonder,

De herfst ruilen we in voor de winter, de omloop van de aarde rond de zon is volbracht, vanaf nu lengen de dagen: we vieren “Joel”.

“Ik ben de laatste bloem in de herfst.

Ik werd gewiegd in de wieg van de zomer,

ik werd op wacht gezet tegen de wind van het noorden,

rode vlammen sloegen uit

op mijn witte wang.

Ik ben de laatste bloem in de herfst.

Ik ben het jongste zaadje van de lente die dood is,

het is gemakkelijk om als laatste te sterven:

Eik heb het meer gezien, zo sprookjesachtig en blauw,

ik heb het hart horen kloppen van de laatste zomer,

mijn kelk bevat geen ander zaad dan dat van de dood.

Ik ben de laatste bloem in de herfst;

Ik heb de diepe sterrenwerelden van de herfst gezien,

ik heb het licht aanschouwd van verre warme haarden,

het is gemakkelijk om dezelfde weg te gaan,

ik zal de poorten van de dood sluiten.

Ik ben de laatste bloem in de herfst.”

Dit prachtige gedicht van Edith Sôdergran, (in een vertaling van Lisette Keustermans), kan ons droevig stemmen doch is gelijk vol van hoop:

“ik zal de poorten van de dood sluiten”.

Hoewel minstens 100 jaar oud is die zin vandaag actueler dan ooit.

In “De heks” van Clara Eggink, de Nederlandse dichteres welke overleed in 1991, herkennen we mogelijks  onszelf:

“ Ga haar niet achteloos voorbij,

Zij, die de lage werken doet,

Den vloer schrobt en de netten boet,

Het hoofd buigt over huisgerei.

Wie zal u zeggen of haar geest

Eenstemmig met haar handel leeft,

Waar in haar oog nog smeulend beeft

De nagloed van een heidensch feest.

Wellicht dat om haar slapen sloot

Een lang vergeten koningskroon

Of eerder was z’ in bosch en vroon

Pans metgezel en jachtgenoot. “

Dit “heidensch feest” werd door de kerstening verdrongen of juister: de kerstening entte zich op de oude volksgebruiken die we vandaag kennen als christelijke feesten en gebruiken. Mooi voorbeeld daarvan is de Kerstboom, de dennenboom die door de heidense Germanen tijdens de midwinterdagen centraal in het dorp werd plaatst en versierd met appelen.

Toch is de belangstelling voor die oude cultus – die net zo goed een religie is, een geloof in een eeuwige wederkeer – blijven bestaan. Vooral in volksnationalistische middens en in natuurverenigingen. Het is toch vanzelfsprekend dat wie zich inzet voor z’n volk, dat ook doet voor de omgeving waarin dat volk zich kan ontplooien? Natuurbehoud en milieubescherming zijn vandaag te belangrijk om het over te laten aan groen-links-liberalen!

Het “midwinterfeest”,  Oudnoorse Jól (Joel) genoemd, is een “scharniermoment”. Onze vroege voorouders, die winters meemaakten waar wij ons amper een voorstelling van kunnen maken, dachten dat de zon stervende was. Ik citeer: “ Aan het rijk van de dood kwam een einde en de zon won weer terrein in haar eeuwige wedloop met de kosmische dreiging die haar belaagde.” (Tekos, najaar 2013, Nick Krekelbergh). Het (brandende) zonnerad symboliseert deze tussen winter en zomer.

“Helder lichten vuren, donkre nachten rood”. Het Joelvuur staat symbool voor de overwinning van de zon, van het licht op het duister, van de goede elementen op de kwade.

De Joelsprong, alleen of als koppel, geldt als bezwering van het boze en als hernieuwing van de belofte om de natuurwetten te eerbiedigen. Als hernieuwing van de trouwgelofte ook.  

Schrijver dezes moet toegeven dat zijn kennis van de Germaanse mythologie zeer beperkt is en hij dus niet uw gids kan zijn. En die beperktheid is dan nog voornamelijk muzikaal: “Der Ring des Nibelungen” van Wagner, muziek van Sibelius, van Grieg, van Sigur Rós… Veel verder dan de ingang tot dit universum van Wotan of Odin, Loki, Thor, Freya, Sieglinde…geraak je daar niet mee. Ik maak dus dankbaar gebruik van het artikel gevonden in Tekos, waaruit ik ook dit fragment uit het Edda lied “Grimnismál”

“Skol heet de wolf

achter de stralende god

zijn weg naar ’t westen heen;

een andere Hati,

Hrodwitnirs zoon,

loopt voor de laaiende zon.”

heb ontleend. De Edda is een verzameling Oudnoordse mythologische liederen en de titel zou mogelijks ‘overgrootmoeder’ kunnen betekenen. Een ‘doorverteld’ verhalenboek.

Vlaamse vrienden, senioren in het bijzonder,

het “heidensch feest” werpt z’n schaduw vooruit naar het kerstfeest. Volgend “teken” zal ons Kerstgeschenk zijn, ’t Is ’t minste wat we kunnen doen, en gelijk het enige.

We hernemen de oproep dit en de volgende “tekens” ruim te delen, want het is minstens zo prettig te geven dan te krijgen. En vergeet bij dat delen onze ayatollahs van Facebook niet die onze normale aanwezigheid daar verhinderen. Dank. Samen tegen elke fatwa!

Blijf gezond, en doe alles om gezond te blijven.

Namens de stuurgroep van Seniorenforum Antwerpen,

de provinciale voorzitter.