“Van Quickenborne volgt redenering van islamterroristen

Het Vlaams Belang maakt zich zorgen over de plannen vanminister van Justitie Vincent Van Quickenborne(Open Vld). Deze wilin het kader van zijn persoonlijke strijd tegen politieke opponenten zelfs de grondwet wijzigen”, zegt Kamerlid Marijke Dillen(Vlaams Belang).“We levenin een tijd van islamterreurMaar wanneer je daar verontwaardigd over bent, ben je‘islamofoob’ en doe je aan‘haatpraat’ en moet je volgens Van Quickenborne vervolgd worden.” In zijn beleidsverklaring stelde de justitieminister dat de strijd tegen online hate speech en voornamelijk islamofobie prioriteit moet krijgen. Hij wil deze zaken in de toekomst niet meer voor het Hof van Assisen maar voor een gewone rechtbank kunnen vervolgen. Grondwettelijk is het zo dat drukpersmisdrijven – ‘foute meningen’ dus – nog voor Assisen komen. Juryrechtspraak vormt immers de beste garantie op de vrijheid van pers en de vrijheid van meningsuiting. “Die garantie was al uitgehold voor misdrijven, zogenaamd ingegeven door racisme, xenofobie of negationisme”, aldus Dillen. “En nu wil Van Quickenborne dit helemaal laten verdwijnen.”

Dillen (Vlaams Belang): ”Van Quickenborne is de zoveelste Open Vld’er die dapper ten strijde trekt tegen vrijheid en klassiek liberalisme”

 “De onafhankelijkheid van een volksjury, die tenslotte de mening verkondigt van de hele gemeenschap, is minder gegarandeerd bij professionele rechters”, vervolgt Dillen. “We hebben in het beruchte politiek proces van 2004, de afrekening met het Vlaams Blok, gezien waartoe sommige beroepsrechters helaas in staat zijn.” Met zijn voornemen opent Van Quickenborne een doos van Pandora, aldus het Vlaams Belang. “Onze partijstandpunten over islamfinanciering, islamitische godsdienstlessen of hoofddoekenverbod zijn stuk voor stuk rationele, weloverwogen en legitieme standpunten”, vervolgt Dillen. “Maar ze kunnen door sommige linksprogressieve en wereldvreemde rechters zomaar als ‘islamofobie’ worden bestempeld, met alle gevolgen vandien.” “Islamofobie is het argument bij uitstek van moslimextremisten ter vergoelijking van terreurdaden”, besluit Marijke Dillen. “Het geeft te denken dat een zogenaamd liberale minister in hun redenering meegaat en de ‘haat’ uitgerekend bij diegenen die de rechtstaat willen verdedigen legt.”