Chris Janssens in De Zondag: “De excuses aan Petra De Sutter waren totaal niet nodig”
Het is wonden likken bij Vlaams Belang. De partij is niet de grootste geworden, zoals de ambitie was, en staat aan de zijlijn van elke regeringsvorming. Toch klinkt boegbeeld Chris Janssens ook strijdvaardig. Voor onze krant fileert de Limburger de campagne en de formatie. Over de excuses van zijn voorzitter, zwaaiende piemels in het theater en partijgenoten die buiten de lijnen kleuren …
Dinsdag leggen de 124 nieuwbakken parlementsleden hun eed af in het Vlaams halfrond. Eén van de anciens is Chris Janssens. De nog altijd maar 46-jarige Genkenaar begint al aan zijn vierde termijn, en zijn derde als fractieleider. Dat er zich voor die positie geen enkele tegenkandidaat meldde, bewijst de brede interne steun voor de man die Vlaams Belang weer op de kaart zette in Limburg.
Opnieuw fractieleider van de grootste oppositiepartij: gaat dat niet vervelen?
“Neen. In de meerderheid als het kan, in de oppositie als het moet: dat blijft ons motto. Ik ga deze rol opnieuw met veel overtuiging invullen. Wees gerust: wij staan scherper dan ooit. Ik voel veel boosheid onder onze kiezers. In elk fatsoenlijk land zou een partij die op tien jaar tijd van 6 naar 23 procent stijgt, deel uitmaken van de regering. In dit land blijkbaar niet. We zijn het Venezuela van Europa aan het worden, waar een kleine elite de democratische spelregels naast zich neerlegt en geen respect toont voor de uitslag.”
Waarom zou een coalitie van N-VA, Vooruit en CD&V geen legitieme coalitie zijn? Deze partijen hebben een democratische meerderheid.
“Wiskundig gezien wel, ja, maar het stemt niet overeen met het signaal van de kiezer. (benadrukt) De Vlaming heeft nog nooit zó Vlaams en rechts gestemd. Eén miljoen mensen hebben gestemd voor Vlaams Belang en wat doet N-VA? Ze nemen de socialisten mee in de regering. De CD&V zit op een historisch dieptepunt, maar doet gewoon vrolijk verder.”
Wat had u gedaan in De Wever zijn plaats? Vlaams Belang en N-VA hebben geen meerderheid samen.
“We komen één zetel te kort. Wat denkt u dat Vooruit en PVDA hadden gedaan in deze situatie? Zij hadden één blok gevormd en gewacht tot een derde partner over de brug komt. Dat hadden wij ook moeten doen. (windt zich op) Maar N-VA wou zelfs het gesprek niet voeren. Mijn voorzitter is één keer mogen langsgaan bij De Wever. Een beleefdheidsbezoek. Ik vind dat bedroevend. Het was meteen duidelijk dat hij met de socialisten in zee wou. Wellicht omdat hij federaal premier wil worden. Maar als hij denkt dat hij daarmee zijn confederalisme kan realiseren: forget it! Hij zal al zijn verkiezingsbeloften mogen inslikken.”
Was een minderheidskabinet een optie voor uw partij?
“Dat is naar voren geschoven door mijn voorzitter. In het geval dat we geen derde partner zouden vinden, had dat plan-B kunnen zijn.”
Matthias Diependaele (N-VA) wordt mogelijk de nieuwe minister-president. Zou dat een goede zaak zijn?
“Goed ken ik hem niet, maar wij gaan hoffelijk met elkaar om. Hij behoort tot de Vlaamsgezinde strekking van N-VA, dus dat is een pluspunt. Al dachten we dat ook van Jan Jambon en zie … De promotie van Diependaele is trouwens vooral pijnlijk voor hem. Vooruit vond Jambon een te rechts profiel hebben en dus werd hij wandelen gestuurd door N-VA. De Wever laat zich nu al koeioneren door de socialisten – terwijl zij maar half zo groot zijn.”
Dat uw partij en N-VA geen meerderheid hebben, was dat de grootste teleurstelling van de verkiezingen?
(haalt schouders op) “Stel dat we samen één zetel meer hadden, zou dat dan zo’n verschil maken? Ook in dat geval zou De Wever ons genegeerd hebben. Het enige waar ik écht teleurgesteld over ben, is de formatie. Er is geen land in Europa waar de kiesuitslag zo genegeerd wordt.”
Uw partij blijft de tweede grootste met 22 procent van de stemmen. Kan u daar tevreden mee zijn?
“Absoluut. Je moet zien vanwaar wij komen. Tien jaar geleden werden wij door iedereen afgeschreven. Vandaag hebben wij evenveel zetels als de grootste partij. Er is trouwens nog een interessant cijfergegeven. Aangezien we nu een kwart van alle zetels hebben, kunnen wij moties indienen om beleid tegen te houden om filosofische of ideologische redenen. Wees maar zeker dat we dat instrument gaan inzetten als de regering beleid wil voeren dat indruist tegen de wil van de Vlaming.”
“Zuhal Demir heeft mij de alibi-homo van Vlaams Belang genoemd. Waar was de verontwaardiging toen?”
De grootste worden, was de uitdrukkelijke ambitie van uw partij. Moet u niet kunnen toegeven dat u dus niet geslaagd bent?
“Maar natuurlijk wel. Dat was trouwens een logische ambitie, en daar zijn we inderdaad net niet in geslaagd.”
Wat is uw analyse? Waarom is N-VA toch de grootste gebleven?
“Ik zie twee verklaringen. Eén is dat sommige media een vuile campagne hebben gevoerd tegen Vlaams Belang. Dat heeft de klemtoon verlegd van ons inhoudelijk verhaal naar schandaalberichten. Dat heeft blijkbaar gewerkt. Maar het moet ook een les zijn voor onszelf. Wij mogen daar geen voeding meer aan geven. Partijgenoten die buiten de lijnen kleuren, gaan we harder de levieten moeten lezen.”
Bedoelt u Filip Dewinter?
“Ik ga geen namen noemen. Mijn punt is: wij mogen de media, die ons sowieso niet gunstig gezind zijn, geen voeding geven om zulke berichten te schrijven.”
Het zou helpen mochten uw partijgenoten geen onkostennota’s doorsturen naar de Chinese overheid.
“Dat wil ik inderdaad niet meer zien gebeuren. Maar er zijn ook leugens verteld door sommige media. Dat wij het homohuwelijk willen afschaffen bijvoorbeeld. Of dat wij vrouwen willen verplichten om kinderen te krijgen zodat Vlaanderen dominant blank kan blijven. (fel) Dat is totaal van de pot gerukt. Maar het helpt niet als wij zelf ook twijfel zaaien over onze boodschap. Dat mag niet meer gebeuren.”
Maar toch vooral de schuld van de media dus. Vindt u dat zelf niet een beetje flauw?
“Ik zeg niet dat het de schuld is van de media, maar de media hebben wel bijzonder veel impact op een campagne. Dat het migratiethema amper aan bod kwam, is omdat men vreesde dat Vlaams Belang daar de vruchten van zou plukken.”
Ook klimaat kwam amper aan bod. Is dat dan ook omdat men vreesde dat Groen daar de vruchten van zou plukken?
“Er is toch een verschil, hoor. Je moet kijken naar de thema’s die de Vlaming volgens elk onderzoek naar voren schuift. Migratie staat altijd op één of twee. Telkens wij probeerden dat thema toch op de kaart te zetten, botsten we op een muur van onwil. Gender moest en zou het thema zijn, terwijl daar amper iemand van wakker ligt. Let wel: ik zeg bewust sommige media. De VRT bijvoorbeeld heeft deze keer het spel wél eerlijk gespeeld.”
U wou twee verklaringen noemen?
“Ja, de tweede is dat de twijfelende kiezer zich wellicht heeft laten manipuleren door de praatjes van Bart De Wever. Wat hij zei, werd ook amper in vraag gesteld. Zijn confederalisme: dat moet het best bewaarde geheim van de Wetstraat zijn. Maar wie vraagt daarnaar? (even stil) De Wever is een intellectuele reus, maar een dwerg op vlak van realisaties. Zijn legacy is noppes en dat zal komende legislatuur niet veranderen.”
Was uw voorzitter Tom Van Grieken te defensief en te persoonlijk in de campagne, zoals hij zelf al aangaf?
“Neen, daar volg ik hem niet. Tom moet zich nergens voor verontschuldigen. Hij is de meest succesvolle partijvoorzitter van het voorbije decennium. Zijn partij is op tien jaar tijd vier keer groter geworden. Dan moet je je niet excuseren.”
Ook niet voor zijn aanval aan het adres van Petra De Sutter (Groen)?
“Die excuses waren totaal niet nodig. Tom heeft niet moedwillig de persoon gespeeld, hij heeft een algemeen standpunt vertolkt. Zolang een man geen kinderen kan krijgen, is dat geen vrouw. Petra De Sutter heeft dat aangegrepen om zichzelf in de campagne te profileren.”
Pardon?
(onverstoord) “Dat was geen persoonlijke aanval van Tom. Het kwam misschien zo over, maar het was niet zo bedoeld. Zuhal Demir (N-VA) heeft mij in de campagne de alibi-homo van Vlaams Belang genoemd. Waar was de verontwaardiging toen? Ik heb ook geen excuses gekregen, hoor. Blijkbaar geldt dat alleen voor holebi’s die tot het linkse kransje behoren. Rechtse homo’s mogen wel bespot worden.”
Vindt u dat er moet kunnen gelachen worden met transgenders zoals uw voorzitter deed uitschijnen in het programma Eerste Keus?
“Er is vrijheid van meningsuiting en dus moet er met veel gelachen kunnen worden. Al denk ik persoonlijk dat het niet oké is om te lachen met jonge mensen. Dat had misschien iets tactvoller gekund. Wij bestrijden systemen, geen mensen. Dat geldt ook in het woke-debat.”
Werd u in de campagne vaak aangesproken over gender en holebirechten?
“Jawel, ook in Eerste Keus trouwens. Ik heb daar gezegd dat men op school het ABC moet aanleren, niet het LGBTQ. Ik heb daar veel steun voor gekregen. Er zijn trouwens veel holebi’s die onze standpunten over woke delen en die helemaal niet tot die zogenaamde queer-gemeenschap willen behoren. De meeste holebi’s liggen wakker van migratie, veiligheid en koopkracht, net zoals andere mensen.”
“Ik had dolgraag kinderen gehad. Dat is een kras op mijn ziel die ik mijn leven lang zal moeten dragen”
Vindt u eigenlijk dat holebi’s kinderen moeten kunnen krijgen?
“Op een natuurlijke wijze is dat niet mogelijk. Dus ofwel leg je je daarbij neer, ofwel zoek je andere opties. Ik ben geen voorstander van commercieel draagmoederschap. Adoptie is wel mogelijk in dit land en wat Vlaams Belang betreft, zal dat ook altijd mogelijk blijven. (benadrukt) Wij gaan géén rechten terugdraaien. Maar hoezeer wij dat ook benadrukken, toch blijft Petra De Sutter daarover leugens vertellen!”
Zou u graag kinderen hebben?
(plots zacht) “Ik had dolgraag kinderen gehad. Dat is een kras op mijn ziel die ik mijn leven lang zal moeten dragen. Adoptie? Neen, dat ga ik niet doen. Als ik voor een kind kies, moet het een kind zijn dat het resultaat is van de liefde tussen mezelf en mijn partner. Ik zeg dat trouwens met alle respect voor de mensen die wel kiezen voor adoptie. Maar het is niet voor mij weggelegd.”
Uw partijgenoot Tom Vandendriessche zou, volgens een ex-medewerker in Humo, gezegd hebben dat homofilie het gevolg is van slechte opvoeding. Wat denkt u daarvan?
“Dat is besproken op het partijbestuur. Tom ontkent dat en noemt dat een absolute leugen. Ik heb geen redenen om aan hem te twijfelen. Als ik moet kiezen tussen een partijgenoot en een ontslagen medewerker, dan weet ik het wel.”
Steekt u uw hand in het vuur voor hem?
“Je moet nooit je hand in het vuur steken voor iemand anders.”
Wat ik onthouden heb van uw campagne, is dat u komaf wil maken met theater waar er met piemels gezwaaid wordt. Welke theaters bezoekt u, meneer Janssens?
(lacht) “Dat was niet verzonnen, hoor. Dat is echt gebeurd tijdens een stuk van Jan Fabre in Gent. Dat symboliseert voor mij het overgesubsidieerde, experimentele theater dat mijlenver staat van de gewone mens. Terzelfdertijd zijn er honderden amateurgezelschappen die amper steun krijgen. Dat heb ik willen aankaarten.”
Iets anders. Bent u tevreden over uw resultaat in Limburg?
“Ja, absoluut. (enthousiast) Wij zijn de grootste partij geworden. Groter zelfs dan de partij van Zuhal Demir die vijf jaar lang met alle aandacht is gaan lopen. Had ik dat tien jaar geleden voorspeld, men had mij krankzinnig verklaard.”
Demir blijft wel de populairste.
(pikt in) “Omdat ze zoveel media-aandacht krijgt. Dat vertaalt zich ook in extra voorkeursstemmen.”
Weer de schuld van de media. Is het geen tijd om die Calimero-houding af te werpen? Uw partij is overal aan bod gekomen.
“Dat is geen Calimero-houding. Iedereen die de campagne een beetje gevolgd heeft, zal toegeven dat sommige media een vuil spel gespeeld hebben. Dat geldt niet voor u, niet voor de VRT, maar vooral voor enkele dagbladen. Begrijp me niet verkeerd: ik heb geen probleem met kritische vragen. U zou dat moeten weten. Maar ik heb wel problemen met de leugens die verschijnen over mijn partij.”
Bij de lokale verkiezingen in oktober krijgt u een nieuwe kans om het cordon te breken. Akkoord dat het momentum voorbij is, als het dan niet lukt?
“Ik ga niet zeggen dat het nu of nooit is. Ooit komen wij aan de macht en hopelijk is dat op 13 oktober. Op 9 juni werd alvast een mooie basis gelegd. Maar of het cordon breekt, hebben wij niet zelf in de hand. De N-VA-top legt haar lokale afdelingen dictatoriaal op dat ze niet mogen samenwerken. De vraag is: wat zullen zij doen? Luisteren naar ’t Schoon Verdiep of naar hun eigen achterban? De kiezer moet goed beseffen dat wij de enige garantie op verandering zijn. Dat is De Wever vandaag opnieuw aan het bewijzen. Als je stemt voor de N-VA, krijg je daar de socialisten bovenop.”