De Vlaamse ouderen hebben het gehad met betutteling!

Het is toch een serieus probleem geworden: de manier waarop zorgbehoevende ouderen systematisch worden betutteld en geïnfantiliseerd (het kinderlijk maken). Mensen in de gezondheidszorg hebben soms de onhebbelijke gewoonte om hen met troetelnaampjes aan te spreken. De verbale als de non-verbale betutteling zijn wijd verspreid en treffen we niet alleen binnen woonzorgcentra, maar in een brede maatschappelijke context. Ik weet ook wel dat het goedbedoeld is, maar het treft de ouderen in hun eigenwaarde en autonomie. Zelfs in die mate dat de levensduur erdoor verminderd wordt. Er is een grens tussen ‘zorgen voor’ en ‘betuttelen’. Ouderen infantiliseren is ook een vorm van ouderenmis(be)handeling.

Ouderen zijn geen kinderen.

Ouderen aanspreken – al dan niet dementerend – alsof het kleine kinderen zijn en vaak heel luid omdat ze niet goed meer horen en met de nadruk op elke lettergreep, zou als doel hebben beter met hen te communiceren. Ik betwijfel sterk dat met het gebruiken van verkleinwoorden, luid praten of té nadrukkelijk articuleren de communicatie beter verloopt. “Goede morgen Jeanneke, We gaan vandaag een badje nemen hé” of “Goede morgen Jeanne. Heb je zin om in bad te gaan?” maakt een cruciaal verschil. De ouderen krijgen niet altijd de kans om zelf beslissingen te nemen. Onderzoeken en behandelingen worden opgestart zonder dat er voldoende wordt stilgestaan bij de persoonlijke wensen van de oudere patiënt.        

Ik mag hopen dat een kleine minderheid van verplegenden, verzorgenden en vrijwilligers onbewust en goed bedoeld betuttelend en/of op kinderlijke toon met sommige ouderen praten. Ze zijn zich onvoldoende bewust welk effect het bij die mensen kan opleveren. Hun levenskwaliteit wordt geraakt op het emotioneel welbevinden. Door kinderlijk tegen ouderen te praten geef je hen de indruk dat ze onbekwaam zijn. Verkleinwoorden of liefkozingen die geen communicatieve meerwaarde hebben wordt als betuttelend ervaren. Dat geldt evenzeer voor luider spreken. Een aangepaste communicatiestijl is bij de meeste ouderen niet nodig. Elke persoon is verschillend, dé oudere bestaat niet. Door oudere personen op éénzelfde, ongepaste en kinderlijke wijze aan te spreken wordt er aan hun ‘individueel kunnen’ teniet gedaan. Niet meer willen eten en drinken, hun medicatie niet meer willen innemen of rebels gedrag kunnen daarvan het gevolg zijn. Of erger nog: een depressie.

Meneerke? Het is mijnheer!

Ik herinner mij nog levendig het voorval in het najaar van 1978. Mijn zwaar zieke vader werd dringend, maar dik tegen zijn zin, opgenomen in het pas nieuw gebouwde A.Z. Sint-Jan en was nog in volle afwerking. Moeizaam hielp ik hem zijn pyjama aandoen. Uitgeput en met een zware zucht liet hij zich in bed vallen. Ik dekte hem toe en begon, met mijn rug naar hem gekeerd, al zijn spullen in zijn kleerkastje te leggen.

Plots een oorverdovend lawaai, gevolgd door gekreun. Een losgekomen zwaar plafondprofiel was op mijn vader terecht gekomen. Een bloedneus en een hevig bloedende gaap in zijn hoofd was het resultaat. “Verdomme, zelfs in een ziekenhuis ben je niet veilig meer” sakkerde hij. De verpleegster, gealarmeerd door het kabaal, kwam de kamer binnen gelopen. Goed bedoeld maar volledig denigrerend zei ze tegen mijn trotse vader “Ach maar ‘meneerke’ toch, hoe kan dat nu gebeuren?”. Héél kwaad en verontwaardigd antwoordde hij haar: “Ik ben geen meneerke, ik ben arts. Ik ben heer dokter!”.

Nog een voorval waarvan ik onlangs getuige was. Een ietwat oudere maar hoog opgeleide rolwagenpatiënt met een fysieke beperking. Hij sprak moeilijk en maakte bewegingen die hij niet onder controle kon houden. “Veel mensen spreken me aan alsof ik een klein kind ben en dat wil ik niet. De mensen bekijken me als iemand met beperkte verstandelijke vermogens” vertrouwde hij me toe. En daar heeft hij het uiteraard moeilijk mee.

Zijn dit geen twee voorbeelden om verder te kijken dan onze neus lang is? Om niet te betuttelen? Onze ouderen willen niet kinderlijk behandeld worden. Sommigen hebben inderdaad dementie, maar dan nog is dat geen reden om hen te betuttelen. Ouderen met of zonder dementie, evenals ouderen met een beperking, zijn gewone mensen met een gewoon eigen leven. Ze vragen geen medelijden, ze vragen niet betutteld te worden. Ze willen als alle andere mensen behandeld worden!