Escalatie: Waarom voorzichtigheid geboden blijft (door professor Jonathan Holslag)
Voor vele Europeanen kan het nu niet hard en niet snel genoeg gaan om Rusland aan te pakken. Hoe kan het dan dat “realo’s” die jarenlang hebben gewaarschuwd voor de Russische ambities toch pleiten voor koelbloedigheid? Is dat geen tegenstrijdigheid en nodeloze kritiek op Europa, net nu eendracht belangrijk is?
Enkele snelle bedenkingen:
1) Een nuchtere machtspolitiek, vanuit het “realistische standpunt” is een kwestie van te voorkomen dat een bepaalde partij besluit dat agressie loont en dat het daar ongestraft mee weg kan komen. Dat doe je door de machtsbalans – economisch, politiek en militair – in evenwicht te houden. Die nuchtere machtspolitieke was de voorbije decennia compleet zoek in Europa, ja zelfs tot enkele dagen geleden, ondanks waarschuwingen uit verschillende hoeken.
2) Nu we geconfronteerd worden met nieuwe Russische agressie willen we plots de confrontatie aangaan. En we moeten die confrontatie aangaan. Dat leidt geen twijfel. Echter: de huidige sancties, hoe hard ze Rusland ook treffen, zullen Poetin militair niet stoppen. Het enige dat Poetin kan stoppen, is een militaire impasse en de mislukking van zijn offensief tegen Kiev, gevolgd door insubordinatie in de sub-top van het veiligheidsapparaat en desertie bij de “siloviki”. We zullen pas tegen het eind van deze week zien waar we staan. Het punt blijft: sancties zijn noodzakelijk, maar hebben weinig impact op het bepalende offensief rondom Kiev deze week.
3) De meest waarschijnlijke reactie op korte termijn, is dat Poetin de sancties ziet als een bevestiging van zijn campagne tegen de EU/NAVO en zal escaleren. De betere bewapening van de Oekraïners zullen de Russen dwingen frontaal te gaan, zoals in Charko(i)v vandaag. De konvooien vanuit Polen e.d. zullen worden geviseerd. Er zal meer gedreigd worden met nucleaire capaciteit. Daardoor groeit het risico op verticale en horizontale (over de grens) escalatie.
4) Het punt van “realisten”, waar ik wellicht toe behoor, is niet dat we een escalatie uit de weg moeten gaan, maar dat we goed voorbereid moeten zijn op mogelijke volgende stappen. Rusland heeft zijn beperkingen, maar wij hebben die eveneens. In geval van horizontale escalatie, en een Navo-land geraakt betrokken, hangen de opties om daarop te reageren grotendeels af van de VS. Europa kan dat niet alleen en Amerika blijft terughoudend. In geval van nucleaire escalatie (tactisch en strategisch) staat Europa werkelijk nergens. België heeft hoegenaamd geen capaciteit om zich te verdedigen. Je kunt er dan wel vanuit willen gaan dat het zover niet komt. Maar net daar wringt het: een degelijk escalatie management houdt in dat je toekomstige dreigingen met reële en overtuigende middelen kunt afschrikken. Kortom: zonder Amerikaanse steun, is de Europese capaciteit om met escalatie om te gaan beperkt.
5) “Realisten” gaan ervan uit dat strategie een nuchtere balans tussen doelen en middelen moet zijn. Duiven proberen best niet te snel havik te worden. De doelen van de EU zijn legitiem, maar er is onzekerheid over de middelen en het vermogen verder te escaleren. Die situatie kan leiden tot miscalculaties aan beide kanten. De EU kan nu het vermoeden hebben dat het met de sancties Rusland helpt destabiliseren; terwijl het Kremlin misschien net gaat vermoeden dat de EU niet verder wil gaan dan ruggensteun (support from behind, sancties en wapenleveringen) en uiteindelijk terug zal krabbelen als een van de lidstaten eens een lesje wordt geleerd.
6) Een oorlog als deze blijft heel moeilijk in te schatten. Er groeit wat hoop omdat het Russische offensief traag verloopt, door de beelden van uitgebrande Russische wrakken die circuleren, de Russische beurzen die in het rood duikelen. Maar dit is nog niet afgelopen. Russische overwinning is niet zeker; nederlaag evenmin. De komende dagen zullen we zien of Rusland uit fouten leert en hoe het met het verzet zal omgaan.
7) Opties: De EU mag economische sancties en militaire steun niet als stand-alone-maatregelen beschouwen. Ze moeten deel uitmaken van een brede escalatie-management, dat het hele spectrum bestrijkt (energie, economie, cyber, conventioneel in Oekraïne, conventioneel over de grens, nucleair). Dat kan enkel door zeer nauwe samenwerking met NAVO. Eigenlijk is de NAVO de enige plek waar men is voorbereid op de militaire component van escalatie. Of de EU dat ooit zelf moet kunnen, is een andere discussie. De EU kan het op dit moment gewoon niet.
De huidige NRF-toezeggingen (troepen die bijdragen aan Navo-afschrikking) halen we enkel met grote moeite. Zeker als er follow-on bijdragen worden opgetrommeld, komen veel Europese landen in de problemen. Om de afschrikking en escalatie-management geloofwaardig te maken, zou men op zeer korte termijn (dagen, geen weken) al gaten in munitie en logistiek moeten kunnen opvullen.
Escalatie-management blijft ook inhouden dat de-escalatie-opties geboden worden – al lijkt die piste vooralsnog minder voor de hand liggend.
8) Slot: er bestaat dus geen tegenstrijdigheid als “realisten” eerst waarschuwden voor de ambities van Rusland en zich nu zorgen maken over het vermogen van Europa om met de crisis om te gaan, de vrees dat roekeloze “appeasement” nu plaatsmaakt voor roekeloze confrontatie. Finaal: elke confrontatie moet je kunnen hard maken én winnen.
Meer lezen:
Schelling, Thomas, 1960. The Strategy of Conflict. Harvard: Harvard UP.
Kahn, Herman, 1965. On Escalation. New York: Routledge.
Jervis, Robert, 1976. Perception and Misperception in International Politics. Princeton: Princeton University Press.
Van Evera, Stephen, 1984. The Cult of the Offensive and the Origins of the First World War, in Steven E. Miller, ed., Military Strategy and the Origins of the First World War, Princeton: Princeton University Press
Van Evera, Stephen, 1998. Offense, Defense, and the Causes of War. International Security, 22, 4.
MOD, Russia, 2014. Military Doctrine. https://rg.ru/2014/12/30/doktrina-dok.html