(Foto-)verslag SCHELDETOCHT, 17 juli 2024 (SF Regio Antwerpen)

Een mooi programma: Bruno Valkeniers die tijdens de heenvaart naar Fort Liefkenshoek het reilen en zeilen van de haven komt toelichten; Ivo Colier, de bekendste cafébaas van Vlaanderen, die ons zou opwachten aan dat fort waar hij als vrijwilliger zeer vertrouwd mee is; na het middagmaal naar Lillo voor een gegidst bezoek aan het Poldermuseum en als afsluiter een drank op ’t pleintje aan Café De Schelde, ‘Bij Marleen’.

We wisten dat deze daguitstap veel volk zou aanspreken maar dat het er net geen zeventig waren heeft zelfs ons verbaasd: ’t was net op ’t randje van het doenbare.

Met de zon als getuige was iedereen om 10.00 uur aan ’t Steenplein waar Bruno, een lang-leven-lang verbonden aan de Hessennatie, de geschiedenis van het middeleeuws Antwerpen in herinnering bracht. De namen van heel wat straten in de oude stad verwijzen naar de ruien, de vlieten en de kaaien die vandaag overdekt zijn. Gelijk gaf hij de tip om eens die ruien bij gelegenheid te gaan ontdekken. Gaan we zeker eens doen.

De “inscheping” op de Waterbus verliep vlot en tijdens de 50 minuten durende Scheldetocht kwamen zowel de historische gebeurtenissen op en rond de Schelde als de huidige groei en werking aan bod. Trouw aan zijn overtuiging hekelde Bruno de waanzin om de fusie tussen de havens Brugge en Antwerpen “Port of Antwerp Bruges” te noemen.

Onderweg wees hij de volle waterbus op wat er op de oevers en vooral daarachter allemaal te zien was aan overslag, opslag, transport enzovoort.

Door die boeiende uitleg meerden we voor we het wisten aan bij Fort Liefkenshoek waar Ivo ons al stond op te wachten.

Ivo heette ons hartelijk welkom en wees er gelijk op dat de tijd die we hadden te kort was voor een echte kennismaking.

Het Fort is een van de oudste in Vlaanderen en heeft in de loop der eeuwen – het is gebouwd in 1579 – aan verschillende bezetters onderdak geboden; Spanjaarden, Oostenrijkers, Fransen en had tot halfweg de twintigste eeuw uitsluitend een militaire functie.

Ivo vertelt dat op zijn typisch sappige manier waarna hij ons uitnodigde om in het mooi gerestaureerde gebouw zelf de historie te ontdekken. ’t Bleef bij een vluchtig doorwandelen want de tijd vliegt en we werden verwacht in de Brasserie.

We verwijten de drie mensen die ons daar hebben ontvangen niets, maar slechts een totaal van drie personen voor een groep van 55 eters is echt te weinig. Zeker als er daarnaast nog andere gebruikers moeten bediend worden.

Maar hier toont zich wat ons Seniorenforum uniek maakt: onmiddellijk namen enkel van onze deelnemers het heft in handen, wat wil zeggen dat Hilde, Lutgarde, Inga, Patt en Patrick als “hulpobers” optraden. Maar zelfs dan moest de koffie erbij inschieten, waarvoor onze verontschuldigingen.

We stonden in elk geval mooi op tijd op de aanlegsteiger voor de Waterbus die ons naar Lillo bracht. Na een snelle overtocht naar ’t Poldermuseum waar de conservator/gids François en de gidsen Luc en Freddy toch ook schrokken van zoveel schoon volk op de drempel.

Gewoon aftellen en de drie groepen begonnen eraan.

’t Poldermuseum van Lillo is absoluut een bestemming om met ’t gezin, familie of kleine vriendengroep te bezoeken.

Pure nostalgie, heerlijke herinneringen maar toch ook een wrang gevoel dat polderdorpen als Oorderen, Wilmarsdonk en Lillo volledig werden platgegooid voor de havenuitbreiding.

Dat in de jaren vijftig, zestig van vorige eeuw: de jaren dat de bomen groeiden tot in de hemel. Mensen die gewoon waren aan de vrije ruimte, aan de polders, aan de nukken van de Schelde mochten verhuizen naar… de Luchtbal. Tja…

Nog altijd met een schitterende zomerzon als getuige vonden we elkaar terug “Bij Marleen”, op ’t pleintje dat we nagenoeg volledig vulden.

“Beetje moe maar voldaan” genoten we van de beloofde traktatie en konden het goed uithouden tot het tijd werd om de Waterbus te nemen. Een uurtje later, om 18.30, waren we weer waar we vertrokken.

Met een gemeend woord van dank aan de vijf gidsen – Bruno, Ivo, François, Freddy en Luc – aan Danny voor de foto’s, aan de mensen die waar nodig mee insprongen om alles vlot te trekken, aan onze bestuursleden en aan onze nationale voorzitster Hilde en aan jullie allen, zo talrijk maar ook dan zo’n toffe ploeg, rond ik dit verslag af.