Het gat in de genderhaag: Vlaams Parlement durft debat over genderactivisme bij kinderen niet aan (uit Doorbraak)

Christophe Degreef in Doorbraak

Chris Janssens (Vlaams Belang) kreeg een hoop kritiek toen hij in het parlement over subsidies begon. Net als dertig jaar geleden over problemen met migranten, durft de Vlaamse politiek het niet hebben over de uitwassen van LGBTQI-activisme bij kinderen.

De haat die parlementslid Chris Janssens (Vlaams Belang) naar zijn hoofd geslingerd krijgt door een vraag over subsidies, zegt veel over het nieuwste verbod onder de Vlaamse kerktoren: ‘Gij zult niet twijfelen aan de moderne invulling van feminisme en LGBTQI-ideologie.’ Een nieuw taboe in een oud jasje, zelfs daar waar het woord bij uitstek vrij is: in een parlement.

Op zich is Janssens’ boodschap helder: hij wil weten waarom de Vlaamse regering voor meer dan een miljoen euro subsidies geeft aan enkele socioculturele organisaties die bezig zijn met feminisme, gender en LGBTQI-thema’s.

Zoals het een politicus betaamt, staafde Janssens die vraag tijdens de plenaire vergadering van afgelopen woensdag in het Vlaams Parlement met enkele vaststellingen. Zoals het feit dat de Vrouwenraad niet alleen vrouwen wil verdedigen, maar ook ‘een feministische economie wil waarin het voortbestaan van de planeet de belangrijkste maatstaf is’. Janssens citeert de organisatie letterlijk. Om er dan aan toe te voegen: ‘Voor die woke-onzin krijgen ze 602.000 euro per jaar.’

‘Misvorming van jongeren’

Janssens haalt ook aan dat het Transgender Infopunt, een instelling van de Universiteit Gent die onder meer minderjarigen behandelt die twijfelen over hun geslacht, 284.000 euro krijgt van de Vlaamse overheid. ‘Voor de misvorming van jongeren’, aldus de Belanger.

En nog? Welja: ‘Çavaria vzw wil onder meer dat we niet langer spreken over “moeder”, maar over “geboorteouder”. “Want”, zo zegt Çavaria op haar website, “de geboorteouder is niet altijd een vrouw.” Voor dergelijke vrouwonvriendelijke quatsch krijgt deze vzw jaarlijks 693.000 euro.’

‘Tegen elkaar opzetten’

Daarop antwoordt Caroline Gennez (Vooruit), minister van Gelijke Kansen: ‘Ik kan inderdaad uit uw tirade afleiden dat u het zelf niet belangrijk vindt dat die organisaties geld krijgen. Maar eerlijk is eerlijk: dat verbaast mij ook niet, want uw ideologie is er natuurlijk een van mensen tegen elkaar opzetten, van mensen die een beetje afwijken van de norm niet respecteren.’

Dat die organisaties misschien ook goed werk verrichten voor wie worstelt met zijn of haar identiteit? Het komt niet in Janssens op

Toegegeven: Janssens is niet fijnzinnig in zijn vragen. Voor hem zijn de organisaties die steun krijgen immers ‘activisten’ en ‘woke’, en is hun boodschap automatisch ‘quatsch’. Dat die organisaties misschien ook goed werk verrichten voor wie worstelt met zijn of haar identiteit? Het komt niet in Janssens op.

Maar niet alleen Gennez maakt Janssens’ opmerkingen verdacht, de rest van het Vlaams Parlement doet dat vreemd genoeg ook en mist zo een kans om te debatteren. Zeker de linkse oppositiepartijen Groen en PVDA steunen Gennez volop in haar tegentirade. Open Vld lijkt even inhoudelijk tussenbeide te willen komen, maar wil naar eigen zeggen ‘niet antwoorden op haat van Janssens’.

Wanneer Janssens er daarna fijntjes op wijst dat Gennez’ eigen regeringsmeerderheid eigenlijk bijzonder weinig applaus geeft voor haar antwoord, schiet die meerderheid als bij donderslag aan het handjeklappen. Echt waar. U kan het hier opzoeken.

Gezondheid en wetenschap

Wat in dit debat verloren gaat, is het debat zelf. En zelfs meer: de mogelijkheid om een politiek debat te voeren. Want waar feminisme eindigt en genderideologie begint, dat is hier bewust onduidelijk gemaakt.

Nochtans is de behandeling van genderdysforie bij minderjarigen met puberteitsremmers erg omstreden

Het is immers volgens alle Vlaamse politieke partijen minus het Belang duidelijk: je bent ofwel feminist én voor gendertoepassingen voor minderjarigen, ofwel een vrouwenhater én een homo- en transfoob. En je moét die organisaties op hun woord geloven dat alleen zij het feminisme en de bescherming van LGBTQI-mensen kunnen verzorgen, op de manier die zij gepast vinden.

Nochtans is de behandeling van genderdysforie bij minderjarigen met puberteitsremmers – waarbij de puberteit kunstmatig wordt uitgesteld omdat die nu eenmaal erg duidelijk maakt welk biologisch geslacht iemand heeft, wat die persoon er zelf ook van mag denken – erg omstreden.

Daar zijn gezondheidenwetenschap.be en de Britse kinderarts Hilary Cass, die het grondig onderzocht, het over eens. En dat beseft Transgender Infopunt zelf ook: puberteitsremmers werden als medische ingreep onvoldoende getest om iets over de effecten ervan op de lange termijn te kunnen zeggen. Dat staat letterlijk op de website.

Ouders

Tot zover het beetje wetenschap. Daarnaast zijn er ook de gevoelens van mensen die het meemaken. Niet alleen de twijfelende jongeren zelf, maar ook hun ouders zijn betrokken partij. Aan de ouders denkt bijna niemand. Nochtans zeggen die soms onomwonden dat de genderkliniek hun kind zonder pardon richting de transitie heeft geduwd. Dat toonde een uitstekend artikel van collega Filip Michiels in 2023 nog aan.

Maar dergelijke nuances zijn aan de Vlaamse politieke partijen dus niet besteed. Louter en alleen omdat Vlaams Belang ze op de agenda zet.

Is er dan werkelijk geen enkele PVDA’er, socialist of groene die ook vragen heeft bij zoveel almacht van de farmaceutische industrie – die de onvoldoende geteste puberteitsremmers produceren — op het leven van kinderen? Is er geen enkele linkse mens die ergens denkt: ‘Een moeder, dat is toch altijd een vrouw?’

Natuurlijk wel. Net zoals er de voorbije dertig jaar ook flink wat mensen waren die heimelijk vonden dat er te veel onaangepaste migranten waren, maar het niet durfden zeggen omdat het koren op de molen van Vlaams Belang was. We weten allemaal hoe dat geëindigd is: met vele migranten die het vandaag met Vlaams Belang eens zijn, althans op vlak van genderideologie.