Het bedrag dat aan gepensioneerden in het kader van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) wordt uitgekeerd, stijgt jaar na jaar, tot zowat 81 miljoen in 2024. “Dat in hoofdzaak Vlaams geld vloeit echter disproportioneel veel naar Franstalig België”, zegt Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang), die de cijfers opvroeg bij minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS). Samyn herhaalt dan ook de eis van het Vlaams Belang om de sociale zekerheid in dit land volledig te splitsen.

De Inkomensgarantie voor Ouderen is een uitkering voor personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben, maar die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Het bedrag dat wordt uitgetrokken voor deze uitkeringen is de afgelopen drie jaar sterk gestegen, stelt Samyn vast: van 63.5 miljoen euro in 2022 naar 80.9 miljoen in 2024. Ook het aantal personen dat van deze uitkering kon genieten steeg in die periode licht van 110.000 naar 115.000 personen.

“In de uitkering van de IGO-gelden merken we, zoals zo vaak in dit land, ook een enorme communautaire scheeftrekking” zegt Samyn. “Zo vloeit net geen kwart van het geld naar het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, dat nochtans maar 10,6 procent van de bevolking in dit land vertegenwoordigt.” Ook Wallonië ontvangt met 34 procent van de fondsen net iets meer dan haar aandeel in de bevolking (31,4 procent).

“Laat Vlaanderen voor haar eigen gepensioneerden zorgen”

“Dat wil zeggen dat Vlaanderen, dat goed is voor 58 procent van de bevolking, maar slechts 42 procent van de IGO-gelden ontvangt, jaarlijks zowat 13 miljoen euro minder krijgt dan waar het eigenlijk recht op zou hebben”, berekende Samyn. “Opnieuw vloeit disproportioneel veel federaal en dus in hoofdzaak Vlaams geld naar Brussel, en naar de provincies Henegouwen en Luik.”

Het Vlaams Belang is uiteraard wel voorstander van het IGO. “Maar een zoveelste transfer van Vlaamse gelden naar Franstalig België hebben we echt niet nodig. Splits de sociale zekerheid en laat Vlaanderen voor haar eigen gepensioneerden zorgen”, besluit Samyn.