Nog steeds geen concreet zicht op betaalde Vlaamse feestdag 

Er is nog geen concreet zicht wanneer 11 juli een betaalde feestdag voor alle Vlamingen zal zijn. Dat heeft Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) in het Vlaams Parlement geantwoord op een vraag van Vlaams Parlementslid Chris Janssens (Vlaams Belang). “De politiek heeft al te vaak de naam een trage mallemolen te zijn en dat de invoering van een betaalde feestdag zo lang blijft duren, helpt allerminst bij dit negatieve imago”, aldus Janssens.

De Vlaamse feestdag is tot op heden nog steeds geen wettelijke betaalde feestdag voor alle Vlamingen. Enkel voor de Vlaamse ambtenaren en voor een klein deel van de private sector dat haar personeel die vrije dag op 11 juli vrijwillig toekent, is de Vlaamse feestdag ook een betaalde feestdag. Nochtans is er al meer dan een kwarteeuw in Vlaanderen consensus dat 11 juli een wettelijke betaalde feestdag moet zijn voor alle Vlamingen. Zo is er op 10 juli 1996 in het Vlaams Parlement al een resolutie gestemd die de minister-president opriep om bij de federale overheid aan te dringen op een volwaardige erkenning van 11 juli als wettelijke betaalde feestdag. 

Hoewel in het federaal regeerakkoord van de Vivaldiregering was opgenomen dat de deelstaten de mogelijkheid zouden krijgen om van hun feestdag een wettelijke feestdag te maken, kreeg dit geen gevolg. In het regeerakkoord van de nieuwe federale regering-De Wever staat opnieuw dat “we voor de Gewesten die het wensen en vragen, de federale wetgeving aanpassen zodat ook hun regionale feestdag een officiële feestdag wordt, zonder dat de concurrentiekracht wordt aangetast.”

“Al meer dan 29 jaar meerderheid om van 11 juli een betaalde feestdag te maken”

“Het is dus aan de deelstaten om hiervoor het initiatief te nemen”, zegt Janssens. “Vermits er in Wallonië weinig animo was om een betaalde regionale feestdag in te voeren, bleef dit zoals de meeste Vivaldi-voornemens liggen. Nu de N-VA federaal mee aan de knoppen zit, zou het toch pijnlijk zijn als er nu nog steeds geen schot in de zaak komt.”

Hierover ondervraagd in het Vlaams Parlement antwoordde Diependaele dat de Vlaamse regering de federale zal vragen om het nodige te doen om een betaalde Vlaamse feestdag te realiseren. “De minister-president heeft er vertrouwen in dat het deze legislatuur moet lukken, maar op de vraag wanneer die betaalde feestdag er dan zal komen, bleef het stil”, aldus Janssens. “Al meer dan 29 jaar is er in het Vlaams Parlement een meerderheid om van 11 juli een betaalde feestdag te maken voor alle Vlamingen. De politiek heeft al te vaak de naam een trage mallemolen te zijn en dat de invoering van een betaalde feestdag zo lang blijft duren, helpt allerminst bij dit negatieve imago.”