13 tips om eenzaamheid in de zorg te verminderen
Ongeveer de helft van de ouderen die langdurig zorg thuis of in een rusthuis nodig hebben, is eenzaam. Bij mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke beperking heeft ruim 55 procent te kampen met eenzaamheid, bij mensen met psychische problemen loopt dit zelfs op tot bijna 80 procent. In de algemene bevolking zou bijna 40 procent zich eenzaam voelen. Dat blijkt uit een recent onderzoek in Nederland over langdurige zorg en eenzaamheid.
Dit komt overeen met cijfers uit België. Volgens een onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting uit 2012 blijkt dat iets minder dan de helft van de 65-plussers in ons land zich eenzaam voelt. Ongeveer de helft van hen bevindt zich in een situatie van sociaal isolement, aangezien ze een klein sociaal netwerk combineren met eenzaamheidsgevoelens. De andere helft voelen zich eenzaam, ondanks het feit dat ze over een groot sociaal netwerk beschikken.
Eenzaamheidsgevoelens verklaren mee dat deze ouderen depressief worden en andere gezondheidsproblemen krijgen.
Als het percentage eenzame ouderen op hetzelfde niveau blijft in België, betekent dat concreet dat er tegen 2020 meer dan een miljoen eenzame ouderen zullen zijn.
Het voorkomen van en de strijd tegen eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen verdienen daarom de volle aandacht van iedereen.
Niet iedere oudere is gelijk wat eenzaamheid betreft
Vroeg of laat kan ieder van ons in een situatie van sociaal isolement belanden, maar we moeten vaststellen dat het risico daarop niet gelijk gespreid is over alle bevolkingscategorieën en afhangt van de levensomstandigheden waarin iemand verkeert.
In het rapport van de Koning Boudewijnstichting worden een aantal risicofactoren voor eenzaamheid opgesomd.
• Pas vanaf 75 of 80 jaar neemt eenzaamheid sterk toe. Dat zou echter enkel gelden voor emotionele eenzaamheid, niet voor sociale eenzaamheid.
• Het zou niet om leeftijd op zich gaan, maar over het feit dat een hogere leeftijd gepaard gaat met een grotere kans op risicofactoren die bepalend zijn voor eenzaamheid, zoals een slechte gezondheid of het overlijden van de partner.
• Bovendien komt eenzaamheid bij jongeren tussen 15 en 24 jaar evenveel voor als bij de oudsten onder ons.
• We tellen niet alleen meer eenzame en sociaal geïsoleerde ouderen bij de oudste ouderen, maar ook bij vrouwen, bij weduwen en weduwnaars, bij ouderen met gezondheidsproblemen en bij ouderen die de eindjes moeilijk aan elkaar kunnen knopen.
• Sociaal isolement wordt mee bepaald door het economische kapitaal van ouderen. Het percentage sociaal weerbare ouderen bedraagt slechts 26% bij de ouderen met een gezinsinkomen onder 1.000 euro; het stijgt met het inkomen tot 55% bij de ouderen met een gezinsinkomen hoger dan 2.000 euro. Het aandeel sociaal geïsoleerden loopt in de groep met het laagste inkomensniveau zelfs op tot 40%, tegenover 15% bij de hoogste inkomens.
• Het aantal sociaal weerbaren is groter bij de thuiswonende ouderen dan bij de ouderen in woonzorgcentra die minder kinderen en een minder omvangrijk netwerk hebben. Met subjectieve eenzaamheid worden ze even vaak geconfronteerd.
• Sociaal isolement is er meer bij de bewoners van woonzorgcentra die ook vaker meer contact willen, vooral met hun kleinkinderen.
Wat denken ouderen zelf?
In het rapport van de Koning Boudewijnstichting werden de ouderen ook bevraagd naar ideeën om eenzaamheid te beperken. In de antwoorden van de ouderen wordt de grote diversiteit benadrukt. Eenzaamheid valt niet terug te brengen tot één enkel element. Om eenzaamheid te bestrijden moeten verschillende maatschappelijke domeinen en actoren elkaar vinden.
Een aantal suggesties uit de enquête.
Jezelf voorbereiden op oud worden en je sociaal netwerk onderhouden
• Bereid je voor op het ouder worden, laat je niet verrassen door het noodlot, maak voordien vrienden en onderhoud het contact met hen, blijf in contact met je naasten en je familie.
• Mensen moeten meer onder de mensen komen en zich aansluiten bij verenigingen. Als ik eenzaam ben, ga ik bij buren en de mensen die bij mij komen, trakteer ik eens en zo blijven ze komen.
• Gebruik moderne zaken. Ik rij met een elektrisch scooterke en kan overal naartoe zonder inspanning.
• Goed contact houden met uw kinderen, dat maakt het leven in een rusthuis aangenamer.
• Werken aan een goede gezondheid om thuis te kunnen blijven wonen, actief blijven, niet zitten niksen, zorgen voor een goede levenshygiëne.
• Dat de mensen zich meer moeten inzetten om zelf ergens naartoe te gaan.
• Zelf contact zoeken, een pc aanschaffen, vriendelijk zijn tegen de buren.
• De ouderen moeten zelf ook meewerken om ervoor te zorgen dat ze zich niet eenzaam zouden voelen, ze moeten zelf eerst de stap zetten.
• Ouderen zouden een dier moeten in huis nemen als ze daar de mogelijkheid toe hebben, dan ben je nooit eenzaam want dan moet je altijd voor iemand zorgen en als je nog goed ter been bent, dan is een hond het best, want daar moet je mee gaan wandelen en dan heb je beweging en dan kom je ook mensen tegen op straat.
• Vrijwilligerswerk doen.
• Sociaal blijven en veel contact zoeken met je leeftijdsgenoten.
• Opnieuw beginnen met een levenspartner of een gezellin om zich minder alleen te voelen.
Doe je huishouden; bezig zijn, actief blijven, naar muziek luisteren.
• Sommige ouderen trekken zich te veel terug; ze moeten zelf meer aangeven wat ze willen of dat ze hulp nodig hebben.
• Ik zou graag in een home zijn bij mensen die ik ken, bij mensen die ik vroeger kende. Hier ken ik niemand.
• Het is een armzalig feit dat de meeste bewoners in hun bed liggen. Ik was vroeger typiste en ik zou graag op de pc leren werken en er blijven op werken. Er moet ook meer rondgegaan worden om bewoners ertoe aan te zetten om gezelschapspelen of om het even wat te doen.
Hulp bij huishoudelijke taken, verplaatsingen
• Een groter aanbod van huishoud- en familiehulp.
• Meer hulp voor klusjes en een boodschappenhulp voor buitenshuis.
• Bibliotheek aan huis.
• Wat meer vervoer voor oudere mensen regelen, bijvoorbeeld een buurtbus die mensen aan hun huis komt ophalen, dus mensen uit hun isolement haalt.
• Hen bezoeken en diensten verlenen zodat ze geholpen worden en langer thuis kunnen blijven wonen.
• Hulp om mensen naar het ziekenhuis en naar de kapper te brengen.
• Proberen steun te vinden voor het verhogen van kleine pensioenen en personeel sturen dat een handje kan toesteken in het huishouden.
• Een wekelijks controlebezoek, ook als men niet ziek is, om alleenstaanden gerust te stellen.
Meer solidariteit en sociale contacten
• Die mensen laten bezoeken door bijvoorbeeld het buurtnetwerk.
• Verbeteren van de relaties tussen diverse generaties.
• Opvoeding van de kinderen en de omgeving, en opbouwen van een buurtnetwerk.
• Aanmoedigen van buurtactiviteiten zodat de mensen elkaar beter leren kennen.
• Oprichten van centra voor dagactiviteiten voor gezonde personen, een ontmoetingsplaats.
• Dat iedereen zorg wil dragen voor zijn buren.
• Het pensioen thuis bezorgen; bankrekeningen zijn oké, maar ze benadrukken het isolement.
• Men mag hen niet langer zien als personen die afgedaan hebben; ze worden te weinig gewaardeerd.
• Parochiehulp inschakelen om alleenstaanden te bezoeken.
• Meer alleenstaanden laten bezoeken door een sociaal werkster of pastoor.
• Dagelijks bezoek krijgen van een persoon die ik kan vertrouwen, om nieuwtjes uit te wisselen.
• Menselijk contact is fundamenteel, met elkaar praten, een telefoontje is erg belangrijk.
• Ouderen helpen elkaar wederzijds.
• Werklozen inzetten voor bezoeken aan ouderen.
• Tewerkstellen van leefloners en werklozen om voor hen te zorgen en hen gezelschap te houden.
• Wederzijdse hulp uit de buurt is de enige oplossing.
• Installeren van een groen nummer zodat mensen steeds met iemand kunnen praten.
Financiële en andere drempels wegwerken
• Ik ben eenzaam; als je weinig geld hebt, kan je niet veel doen.
• Hun inkomen verhogen zodat ze iets gemakkelijker kunnen leven.
• Het verenigingsleven is te duur.
• Rusthuizen aan een redelijke prijs.
• Mensen meer geld geven zou dit verhelpen.
• Mensen zijn eenzaam omdat ze bang zijn om buiten te komen; ze voelen zich onveilig.
• Financieel steunen van personen die naar een rusthuis willen gaan en niet kunnen.
• Beschikken over meer sociale woningen om de uitgaven te beperken want ontspanning is duur.
• De pensioenen helpen verhogen zodat deze personen meer personen kunnen aantrekken om allerlei diensten te leveren.
• Het openbaar vervoer verbeteren in hun buurt.
• De toegang tot het openbaar vervoer verbeteren voor rolstoelen, aangepaste bussen en zitplaatsen.
• Men zou de mensen in een home op bepaalde uren en dagen moeten komen halen zodat ze naar de club kunnen. Zo hebben ze iets om naar uit te kijken.
Wat helpt tegen eenzaamheid ?
In Nederland werd vorig jaar een campagne gelanceerd ‘ Zorg tegen eenzaamheid’. Bedoeling is zorgorganisaties in Nederland te inspireren actief te werken aan het tegengaan van eenzaamheid bij hun cliënten en bewoners.
In het kader daarvan brachten onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam dertien interventies samen waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze succesvol zijn bij het voorkomen en bestrijden van eenzaamheid in de ouderenzorg.
In het rapport staan sterk uiteenlopende interventies omschreven. Een geheugentraining kan eenzaamheid helpen voorkomen, net zoals een lotgenotengroep voor chronisch zieke ouderen en een computer- en internetcursus eenzaamheid helpen verminderen. Gespreksgroepen en activeringsprogramma’s om passiviteit te doorbreken, zijn andere succesvolle voorbeelden.
Ook zijn er projecten waar cliënten in aanraking komen met dieren, zoals honden, kippen en ook robotvarianten ervan zoals een robotzeehond. Andere initiatieven richten zich op een betere omgang door cliënten met zorgverleners of het verbeteren van slecht aangeleerde cognitieve processen. Ook het inzetten van vrijwilligers als integraal onderdeel van zorgteams blijkt een positief effect te hebben op het verminderen van isolement en mogelijkheden om vriendschappen te ontwikkelen.
1. Het gezelschap van een hond één tot drie keer per week voor eenzame bejaarden in een verpleeghuis, die vroeger zelf een huisdier hadden, helpt om de eenzaamheid te verminderen.
2. Net als een echte hond kan ook de aanwezigheid van een robothond eenzaamheid van bejaarden in een rusthuis verminderen. Hij werkt even goed voor mensen die niet met een echte hond kunnen omgaan.
3. Groepsessies twee keer per week met een interactieve robot in de vorm van een zeehond die reageert op zicht, geluid, balans en contact helpen beter eenzaamheid verdrijven bij bejaarden dan een bingonamiddag.
4. Samen dagelijks kippen verzorgen blijkt vooral voor demente bejaarden te leiden tot een verbeterde gezondheid en vermindering van depressie en eenzaamheid.
5. Vrijwilligers die deel uitmaken van het zorgteam in een verpleeghuis kunnen bewoners ondersteunen bij moeilijke periodes, samenwerken met het zorgteam en de familie van bewoners, een luisterend oor bieden en helpen om bewoners hun wensen en benodigdheden te laten communiceren. Bewoners waren minder geïsoleerd en hadden meer mogelijkheden om vriendschappen te ontwikkelen.
6. Activeringsprogramma’sopgesteld met bewoners om passiviteit te doorbreken door meer persoonlijke controle en sociale activatie kunnen interessant zijn. Deelnemers waren na zes weken minder eenzaam, maar dit effect verdween na twaalf weken. Wel werd verbetering gevonden in subjectieve gezondheidsstatus.
7. Deelnemers aan computer- en internetcursussen in dagcentra en verpleeghuizen voelen zich minder eenzaam, minder depressief en hebben een verbeterde levenskwaliteit, in vergelijking met mensen die andere activiteiten zoals schilderen volgen.
8. Digitale lotgenotengroep voor chronisch zieke ouderen van rond de 60 jaar in een gezondheidswijkcentrum. Gedurende de eerste tien weken waren er wekelijkse sessies met een professionele begeleider, waarbij de nadruk lag op face-to-facecontact, bonding en strategieën om problemen aan te pakken. Daarna volgden gedurende drie maanden sessies zonder begeleiding. Deelnemers reageerden positief op het contact met zorgverleners en andere deelnemers en rapporteerden verminderde eenzaamheid en isolatie.
9. Oudere mensen in een verpleeghuis namen deel aan een geheugentraining om sociale netwerken te versterken gedurende drie maanden, drie keer per week. In vergelijking met een controlegroep die geen training kreeg, was er geen toename van eenzaamheid en afname van sociale support.
10. Gespreksgroepen in verpleeghuizen over muziek, lezen of foto’s. Bijeenkomsten waren op een wekelijkse basis gedurende minimaal twaalf weken. Gerapporteerd werden vriendschapsontwikkeling, betere coping en verminderde eenzaamheid.
11. Leren omdenken om slecht aangeleerde cognitieve processen te verbeteren. Er zijn vijf sessies over het psychologische construct achter eenzaamheid in groepen van drie tot vijf mensen werden gehouden. In de sessies komen aan bod: observeren van gedachten over behoren (‘be- longing’) in relatie tot eenzaamheid; reflectie over zelf in relatie met anderen; in en uit eenzaamheid stappen; ups en downs en uitdagingen van eenzaamheid; samenvatting van de vorige sessies. Tevens ligt de focus op wat kan werken om eenzaamheid te verminderen. Elke sessie eindigt met de vraag hoe deelnemers de opgedane kennis in de praktijk gaan gebruiken. Eenzaamheid verminderde in vergelijking met mensen die niet aan de interventie deelnamen.
12. Beter omgaan met zorgverleners. Doel van deze interventie is het vergroten van capaciteiten van gezonde ouderen in de zorg en het optimaliseren van de relatie met zorgverleners. Tijdens de training kwam aan de orde: verduidelijking van het proces, strategieën delen vanuit perspectief van de klant en delen van educatief materiaal zoals bemiddeling en conflictmanagement, meedoen in support en zelfhulpactiviteiten en meedoen in sociale actiestrategieën. De sessies vonden thuis of in een dagcentrum plaats. Na afloop werd, vooral in de kleine groep, vermindering van eenzaamheid en verbeterde kwaliteit van leven waargenomen.
13. Een groepsprogramma voor volwassenen (leeftijd 18-65 jaar) met een psychische stoornis en sociaal geïsoleerd georganiseerd in een wijkzorgcentrum. Het doel is dat individuen sociale relaties aangaan en behouden. Principes die hierbij centraal staan zijn: inclusie en mogelijkheden, empowerment en zelfbestemming. Er worden tweehonderd groepsprogramma’s per jaar gegeven. Deelnemers waren vrij om te kiezen waaraan ze deel wilden nemen. Er werd een significante vermindering van eenzaamheid vastgesteld.
Bron: www.gezondheid.be