EEN ANTWERPSE KRONIEK van INGE SCHOLLEN, een aanrader van formaat (recensie door Ignace Lowie, voorzitter Seniorenforum Brugge-Oostkust)

Zalig zij het bestuur dat over scribenten beschikt, zij zullen de muze verspreiden! Zo is ons eigenste  Seniorenforum Brugge-Oostkust weelderig gezegend. Zelf heb ik diverse uitgaven verzorgd en ben ik warempel opgenomen in het ‘Lexicon van West-Vlaamse auteurs’. Maar er is ook Karel Luyckx in onze gelederen, een notoir man uit de Vlaamse Beweging met vele boeken als schrijver of samensteller. Ook zijn echtgenote en bestuurslid, Inge(borg) Schollen, heeft al de nodige pennenvruchten op haar actief, maar is nu bevallen van een heuse ‘Antwerpse kroniek’ die recent van de persen is gerold. Het weze duidelijk dat het echtpaar Luyckx-Schollen na een rijk doordesemd Antwerps leven via een slibkanaal van de Westerschelde in Zeebrugge is aangespoeld, we zijn nu ‘één haven’ nietwaar!

Een Antwerpse kroniek? Vergis u niet, neen, het is geen geordende chronologische weergave van historische feiten die zich in de stad aan de Schelde-stroom hebben afgespeeld. Het is de denkbeeldige ‘kroniek’ van de auteur die de bevoorrechte getuige is van een fictief fenomeen dat zich in november 1991 heeft voltrokken. Dit is nota bene het moment waarbij het toenmalige Vlaams Blok een stevige nationale doorbraak kende en het Anti Fascistisch Front opriep tot straatprotest. Ik voeg er graag aan toe dat ik toen een 18-koppige fractie – komende van 4! – aanvoerde en -vuurde in de Antwerpse Provincieraad, met daarbij de politiek-felle dochter van het echtpaar Luyckx-Schollen.

En nu het verhaal: tegen de achtergrond van die politieke aardverschuiving is er ook een heuse najaarsstorm die Antwerpen teistert, en zie, in één ruk wordt een raadselachtige vrouw naar de toren van de O-L-V- kathedraal geblazen. Er zijn een handvol getuigen van dit ongewoons en al rap krioelt het van het volk aan de winderige ruimtes rond het imposante kerkgebouw. Onder de massa laten de ‘haantjes’ (ook vrouwelijke) zich al rap horen en wordt het een egoïstisch gekissebis over het eigen grote gelijk. U heeft al begrepen dat het niet de eerste de beste vrouw is die zomaar in de toren van een meesterwerk van de gotiek komt gewaaid. Het is een fel beproefd concept in de beeldende kunsten en de letterkunde om de vrouw als allegorische voorstelling te schetsen. Dit betekent een symbolische personificatie van eerder abstracte begrippen. In dit geval is de vrouw het symbool van de ziel van het rijke Antwerpse leven van weleer.

De vrouw bekijkt het allemaal vanaf haar bevoorrechte hoge plaats, neemt het in zich op, heeft er uiteindelijk genoeg van en verlaat de kathedraal zonder dat de zelfingenomen mensenzee het in het motje heeft. Dit met één uitzondering: uiteraard onze schrijfster. Zij volgt de dwaaltocht van de vrouw doorheen het stratenlandschap en legt zorgvuldig elke uitlating en gedrag vast. Een eerste hoogtepunt bereikt het verhaal bij de ontmoeting met het vruchtbaarheidssymbool Semini aan het Steen. U verneemt zijn lotgevallen – zoals het verlies van zijn horizontaal gerichte mannelijkheid door moeder Kerk – uitgebreid in het boekwerk. Semini en de vrouw zitten op dezelfde paganistische (horizontale?) lijn. Een tweede hoogtepunt volgt al rap wanneer de vrouw ongelukkig in aanraking komt met een moeder en kind waardoor ze op het politiekantoor belandt. De schrijfster is stiekem binnengeglipt, want ze kan ook nu alles notuleren. De tot dan toe zwijgzame vrouw verandert in een spraakwaterval en de schrijfster heeft handen tekort om het allemaal te verwerken. Na haar verhaal verdwijnt de vrouw vanwaar ze gekomen is, naar de kosmos in de nevelen van de tijd uit de …Middeleeuwen.

Ongegeneerd heb ik u het verhaal beschreven, omdat het uiteraard daarom niet draait en de verhaallijn is bewust flinterdun gehouden. De kracht van het werk zit in de niet aflatende gedachten die het brein van de auteur teisteren, dit reeds vanaf pagina 1. Ik heet het dan ook een ‘brein-boek’. De schrijfster geeft het meermaals toe dat haar hersenen vaak driftig zijn en haar onrust deelt ze gretig met het lezerspubliek. Door het niet alledaagse karakter van het werk heb ik mij ook wat doorheen de eerste bladzijden moeten worstelen, ‘waar gaat dit naartoe?’ Eenmaal op mijn gemak in die chaos, was het echter volop genieten.

Inge Schollen is vooral een belezen vrouw met veel visie en een nog jeugdig sprankelende geest. Sappig, sarcastisch, satirisch zijn vele dialogen in haar maatschappijkritische opstelling. Via de opgestane Middeleeuwse vrouw en de versteende Semini laat ze uitvoerig haar mening rollen. De liberaal-verlichte en ‘democratische’ wereld van steeds maar vooruitgang heeft veel ‘achteruitgang’ veroorzaakt, en haar kritiek spaart ze daarbij niet. Ze geeft gestalte aan een warme, geordende wereld die we ooit hebben gekend, maar door geld- en machtzucht hebben opgegeven.

Het werk heeft magisch-realistische trekken maar baadt toch niet echt in die sfeer omdat de schrijfster haar eigenzinnige, non-conformistische teugels eigenwijs stevig in handen houdt. Bij de talrijke dialogen onderaan de kathedraal dacht ik aan een letter-grootmeester uit onze Nederlandse literatuur, nl. Godfried Bomans, die in zijn ‘Kopstukken’ ook met veel ironie typetjes ten tonele voerde. Zoals gezegd is het een ‘brein-werk’, maar ook met veel inktspatten uit het warme hart van Inge Schollen. U hoeft geen Antwerpse antecedenten te hebben om het werk naar waarde te schatten, elke goed-geaarde met een slecht karakter, hoekige, politiek incorrecte dwarsligger uit Noord en Zuid zal deze parel in de armen omsluiten.

Ignace Lowie, Voorzitter Seniorenforum Brugge-Oostkust

EEN ANTWERPSE KRONIEK, INGE SCHOLLEN, Uitgeverij Aspekt, Soesterberg NL, 2023,

ISBN: 9789464629217, NUR: 301, 149 blz., 18,95 euro, verkrijgbaar in de boekhandel of gehandtekend bij de auteur tel. 0494 52 66 59.