Marrakesh: Een GEWELDIG opiniestuk van VUB-professor Mark Elchardus
Volgende maand in Marrakesh kunnen regeringen het VN-verdrag over migratie met de ogen dicht ondertekenen. Het is juridisch toch niet bindend. Tenminste, dat beweren voorstanders van deze ‘internationale overeenkomst voor veilige, ordelijke en reguliere migratie’, het Global Compact for Migration (GCM). Een sterk staaltje volksverlakkerij.
De ondertekenaars verbinden er zich wel degelijk toe. “Commit” staat in de Engelse tekst, “de GCM te implementeren, zowel in hun landen als op regionaal en globaal niveau” (paragraaf 41). Eenmaal ondertekend wordt het verdrag normerend en richtinggevend voor beleid. Waarom anders een verdrag sluiten?
Mocht het GCM, zoals de titel suggereert, handelen over reguliere of legale migratie, dan vormen de aanbevelingen voor België geen probleem. De meeste ervan worden hier al ter harte genomen, behalve misschien dat legale migratie bij ons vaak om gezinshereniging draait, terwijl het GCM sterk pleit voor arbeidsmigratie.
De titel is misleidend en het voorgestelde verdrag is om twee redenen onaanvaardbaar. Het staat in de weg van een effectieve aanpak van illegale migratie en is opvallend eenzijdig en vooringenomen.
Migratie wordt omschreven als “een bron van welvaart, innovatie, duurzame ontwikkeling” (§8), terwijl over de impact van reguliere migratie geen wetenschappelijke eensgezindheid bestaat. Veel hangt af van de kenmerken van de migranten en van het arbeidsbestel en de aard van de verzorgingsstaat waarin zij terechtkomen. De tekst pleit voor meer informatie over migratie, maar enkel over de economische gevolgen ervan (§17 en 21). We worden teruggeslingerd naar de tijd toen mensen louter liberaal, als werktuigen werden benaderd, zonder aandacht voor hun sociale, politieke en culture eigenheid. Betere informatie over migratie en migranten wordt door het GCM nodig geacht, maar niet voor een juistere beeldvorming, enkel om “negatieve beeldvorming tegen te gaan” (§10) en bij te dragen tot een “constructieve perceptie”, lees, een pleidooi voor meer migratie (§33). Men vraagt propaganda, geen wetenschap.
Illegale migratie vergemakkelijken
De media wordt brutaal de wacht aangezegd: lekkers voor wie voor migratie pleit, de roede voor wie kritiek uit (§33). Wat de mensen
in de landen van bestemming denken, is van geen tel. Als dat al ter sprake komt, vallen woorden als ‘onverdraagzaamheid’, ‘xenofobie’ en ‘racisme’, terwijl de migrant met politiek correcte bombast wordt omschreven als een “agent of change” (§15). Hij of zij moet volgens het GCM “empowered” worden het land van aankomst te veranderen. Waartoe? Moeten we meer op Somalië gaan gelijken? Spijtig dat de VN op een moment dat het multilateralisme al onder vuur ligt zo’n schabouwelijke tekst uitbraken.
Dat het GCM onvoldoende onderscheid maakt tussen legale en illegale migratie is geweldig storend. Het hoofd van de EU-delegatie
bij de VN maakte zich daarover druk toen een eerste versie van de tekst werd besproken. Die kritiek werd nagenoeg genegeerd. Het verdrag werd homeopathisch aangevuld met de opmerking dat landen nog wel het onderscheid mogen maken tussen legale en illegale migratie (§15). Van een systematisch onderscheid tussen de twee is in de finale tekst geen sprake. De meeste paragrafen handelen over ‘migratie’ zonder meer. Op zich voldoende reden om zich niet aan te sluiten bij dit verdrag.
De fundamentele vraag is immers hoe je illegale migratie wil aanpakken. Het GCM stelt dat het die “wil verminderen” (§11). Dat is een ander doel dan illegale migratie, via positieve en negatieve stimuli, radicaal ontmoedigen. Precies voor die keuze staan landen. Als een land illegale migratie wil ontmoedigen, dan kan het dit verdrag niet ondertekenen. En als het de omvang en impact ervan wil verminderen… dan kan het dat eigenlijk ook niet doen. De aanbevelingen van het GCM zijn er immers veeleer op gericht illegale migratie te vergemakkelijken dan te verminderen. Zo moeten er zo weinig mogelijk verschillen zijn in de behandeling van legale
en illegale migranten (§31). Dat geldt ook voor de witte en zwarte economie, want ook illegalen die in het zwart werken, verdienen arbeidsbescherming (§22).
Wetten die illegale grensoverschrijding en illegaal verblijf strafbaar stellen, moeten worden ingeperkt. De tijd die illegalen in gesloten instellingen verblijven, moet zo kort mogelijk zijn. Een dergelijk verblijf mag nooit worden gebruikt om illegale migratie te ontmoedigen (§29). Er is enkel sprake van mensensmokkel als er materieel voordeel uit wordt gehaald (§25). Illegaal aanwezige minderjarigen mogen nooit worden teruggestuurd en hun familie mag hen vervoegen (§27). Het inhuren van de diensten van mensensmokkelaars mag niet strafbaar worden (§25). Langs de routes van de illegale migranten moeten informatiepunten worden opgezet om hen te informeren over hun rechten (§19).
Liberalen, altijd te vinden voor veel en goedkope arbeidskrachten, vinden dit verdrag een “grote vooruitgang” (premier Michel) en willen het met “veel overtuiging tekenen” (minister De Croo). Dat zal wel. Of we ons allemaal daartoe moeten verbinden, is iets waarover het parlement zou moeten stemmen. Alle partijen en parlementairen moeten daarover in eer en geweten beslissen. Een keuze die zij dan tegenover de kiezer moeten verantwoorden.
Dat kan meteen in mei.