Uit DOORBRAAK: Bange, blanke man

Bange, blanke man
Een farce.

15 NOVEMBER 2018 Ann Moella

Ik heb te doen met de bange, blanke man. Wat wordt hij geplaagd en belaagd.
Hij mag geen man meer zijn, hij mag geen vriendelijke woordjes over hebben voor vrouwelijke collega’s, hij mag geen hand leggen op haar schouders. Flirten is een taboe-woord. Alleen vrouwen met een doek op het hoofd mag hij (moet hij) in platonische liefdevolheid omhelzen: figuurlijk, uiteraard.
Debat
Hij mag de profeet geen pedofiel noemen, want deze heer had immers met zijn 9-jarige bruid ook seksuele betrekkingen toen het kindvrouwtje volwassen werd. Dus, wat pedofilie? Zo verordent het Europees Hof voor de Mensenrechten.
Het Europees Hof bestaat uit vele bange, blanke mannen.
De bange, blanke man is de essentie van een open, vrije samenleving uit het oog verloren
De bange, blanke man is tegelijk zo dom om onder het mom van multiculturaliteit en godsdienstvrijheid, de Grote Moskee in Brussel mee te financieren en verdachte buitenlandse geldstromen toe te laten. Neutraliteit achter een loket concipieert hij als een strijd tegen islam, tegen religie in het algemeen. De bange, blanke man is de essentie van een open, vrije samenleving uit het oog verloren en ruikt enkel nog de verrottingsstrategie, waarbij elk debat onmogelijk wordt.
De bange, blanke man heet gelukzoekers welkom uit angst xenofoob genoemd te worden. De bange, blanke man moet de sleutel van zijn huis (en waarom niet zijn auto?) onbeheerd achterlaten voor daklozen, die zich als helden ‘krakers’ kunnen noemen.
Hij vlucht vrij en vrolijk in ideologisch maakbaarheidsdenken (red de planeet, iedereen recht op alles, grenzen open, fluïde geslachten).
ADVERTENTIE

Taalverlies
De bange, blanke man gaat op gender neutrale toiletten zittend plassen om geen seksistisch gedrag te vertonen
De bange, blanke man gaat op gender neutrale toiletten zittend plassen om geen seksistisch gedrag te vertonen.
Hij drinkt als spreekt dat vanzelf, geen melk (ook als is het ‘goed voor elk’), want iedereen kent ondertussen de witte associatie als een symbool voor extreemrechts.
Hij is geobsedeerd door de gedachte dat onze taal gezuiverd moet worden: woorden moeten geweerd en vervangen door meer neutrale begrippen. Onze taal is doorspekt met kolonialisme, neerbuigendheid en vooral, het witte, westerse perspectief.
De bange, blanke man lijdt letterlijk aan afasie, woordverlies.
Nog even en hij heeft geen taal meer.
Wit
Hij durft zijn kinderen geen sprookjes te vertellen, want de prins die Doornroosje ongevraagd wakker kust, is een aanrander die zich schuldig maakt aan grensoverschrijdend, seksueel geweld.
De bange, blanke man ignoreert en negeert zwartepiet, want zwarten als knechten lijken te veel op slavernij. Hij praat met ontzag en een beetje deemoedig dociel over de Goede Witte Sint. De huidskleur is bepalend. Denkt hij.
Daarom noemt hij zichzelf ‘wit’ en niet langer blank.
Farce
Ja, de bange, blanke man is racist (het zit ingebakken in zijn DNA): zijn verwoede pogingen om zich politiek correct te gedragen, maken hem alsmaar rijker aan fobieën: ze overheersen zijn dagelijks leven. De bange, blanke man heeft niet langer een houvast.
Hij promoot diversiteit door christelijke symbolen uit te gommen: multicul wordt monocul
Hij fotoshopt landschappen om katholieke kruisbeelden te verwijderen, als de dood zo angstig om andersgelovigen te beledigen. Hij promoot diversiteit door christelijke symbolen uit te gommen: multicul wordt monocul. Lanen, straten en pleinen krijgen andere namen.
De bange, blanke man ziet zelfcensuur en de ‘weg-met-ons’ gedachte als een verrijking: hij weigert en is wars van ‘white privilege’, hij beschuldigt iedereen en zichzelf van ‘witte superieure suprematie’.
De bange, blanke man is een ‘farce’.
Bijvoorbeeld
De bange, blanke man went eraan dat de helft van de bevolking een doek op het hoofd moet en de andere helft niet, want alleen een vrouwenkapsel is erotiserend.
Een kapsel in godsnaam!
Hoofddoeken in het straatbeeld, ach, aandoenlijk hoe zelfs een oude man er wel zal aan wennen. Maar mensen die zich druk maken over wat een ander op het hoofd draagt? ‘Dat went nooit’, schreef deze blanke bangerd, Guillaume Van der Stighelen. Helaas, de geest is uit de fles, dan krijg je een wat leeg en loom hoofd: een doek brengt dan soelaas. Ook voor Guillaume.
Natuurlijk wen je aan een hoofddoek, natuurlijk wen je vervolgens ook aan het feit dat je onderdanig en onderworpen, met neergeslagen ogen over straat moet lopen, zoals een ex-moslima getuigt.
Alles went.
Behalve een bange vent.