Onze mooie taal (3): wat betekent het is ‘schering en inslag’ en waar komt deze uitdrukking vandaan?

Als iets schering en inslag is, gebeurt het heel vaak. Het gaat daarbij bovendien meestal om iets wat niet gewenst is. De uitdrukking komt voor in zinnen als ‘Onbeleefdheid in het verkeer is tegenwoordig schering en inslag.’

Schering en inslag zijn eigenlijk weverstermen. Met de schering zijn de draden op een weefgetouw bedoeld die in de lengte zijn gespannen (ook wel ‘kettingdraden’ genoemd). Schering is een afleiding van scheren in de verouderde betekenis ‘opzetten, spannen’. De term inslag staat voor de draden die met een schietspoel heen en weer tussen de schering worden aangebracht: de dwarsdraden. Door de eindeloze herhaling van de op en neer gaande beweging van de draden van de schering én de heen en weer gaande beweging van de spoel met het inslaggaren tussen die draden, ontstaat de geweven stof.

De uitdrukking schering en inslag zijn kwam al in de achttiende eeuw voor. Ze betekende aanvankelijk ‘alles zijn waaruit iets bestaat’, ‘het geheel uitmakend van iets’. Van daaruit ontstond de betekenis ‘het voornaamste zijn wat iemand altijd weer zegt/doet’, ‘het voornaamste kenmerk van iets zijn’ en later ook ‘onlosmakelijk aan iets of iemand verbonden zijn’. De schrijvers Betje Wolff en Aagje Deken beschreven in 1784 een vriendschap als volgt: “Zij is met Willem koek en ei, scheering en inslag.” Ze bedoelden daarmee dat deze twee mensen geweldig goed bij elkaar passen.

Deze positieve betekenis van schering en inslag zijn is nu verouderd. De uitdrukking heeft nu de figuurlijke betekenis ‘helaas altijd samen voorkomen’, ‘helaas heel vaak samengaan’.

Bron: Genootschap Onze Taal