Opschorting taalwetgeving in Oostende?

Een van onze kaderleden werd enige tijd geleden op de Zeedijk te Oostende door de lokale politie geflitst voor een terechte (kleine) overtreding. Groot was zijn verbazing toe hij een betalingsformulier ontving en een bijkomende nota die volledig tweetalig was: recto Frans, verso Nederlands… Ons kaderlid heeft zijn domicilie in de Vlaamse gemeente Zaventem. In de nota werd hij uitgenodigd zijn wagen bij eender welke politiepost ter controle aan te bieden om te laten vaststellen dat de overtreding geregulariseerd werd. Zo gevraagd, zo gedaan. Maar enige tijd later ontving hij opnieuw een document, opgesteld in een kafkaiaanse mengelmoes van Frans en Nederlands, waarin hij nogmaals uitgenodigd werd zijn wagen ter controle aan te bieden. Dat riep bij hem de bedenking op  dat de Oostendse politie klaarblijkelijk niet alleen de taalwetgeving niet kent, maar dat er in hun diensten ook administratieve  chaos heerst.

Er kan geen discussie over bestaan. De taalwetgeving bepaalt dat de  politiediensten alle documenten in het Nederlands moeten opstellen die ze opmaken in het Nederlands taalgebied. Dit overigens ongeacht de taalaanhorigheid van de overtreder of geadresseerde. Men gaat hier flagrant in de fout. Het is grotesk, ongezien en onbegrijpelijk dat diensten die de fysieke en administratieve orde moeten handhaven, zelf zwaar in de fout gaan. Die documenten moeten toch door meerdere handen en diensten gaan; niemand heeft klaarblijkelijk de “acte de présence” of is het de juridische kennis om vast te stellen dat er iets fundamenteel fout loopt…

Wij vragen dat deze toestand onmiddellijk stopt en dat er een onderzoek- met aanduiding van een verantwoordelijke(n)- opgestart wordt. Zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal vlak superviseren VB mandatarissen de zaak.