Ortwin Depoortere en Bob De Brabandere (VB): “Herstel het geweldsmonopolie van de politie”
Geweld tegen politie het nieuwe normaal?
Dat respect is al te lang zoek. Recente beelden uit de Gentse Overpoortstraat en de Gentsesteenweg te Sint-Jans-Molenbeek zijn slechts het topje van de ijsberg.
Die gewelddaden tegen politieagenten zijn door omstaanders gefilmd en kwamen via sociale media aan het licht. Het overgrote deel van gewelddaden die politieagenten dagelijks ondergaan blijft ondergesneeuwd.
Mario Thys, voorzitter van de Brusselse politievakbond NSPV, spreekt op twitter van meer dan 12.000 feiten van geweld tegen politie in 2020. Dat komt neer op een gemiddelde van 33 gewelddaden per dag. Duizelingwekkende cijfers. Thys vraagt zich dan ook cynisch maar terecht af of geweld tegen de politie “het nieuwe normaal” is. Wie de cijfers bekijkt, zou haast geloven van wel.
Maar niet enkel politieagenten zijn hier slachtoffer van. Ook tal van brandweerlieden en ambulanciers kunnen intussen boeken vullen met wat hen overkomen is, onder andere in Brussel.
Grote verantwoordelijkheid bij politiek
Deze problematiek is helaas niet nieuw en bestaat al jaar en dag. Nog niet zo lang geleden werden er ook in Brussel zware rellen georganiseerd tegen de politie. Zo is er intussen een politiekantoor platgebrand, en is er met een uit een combi gestolen dienstwapen geschoten. Op het moment van dit schrijven kwam het nieuws nog binnen dat ‘jongeren’ tijdens autoloze zondag een arrestatie probeerden te verhinderen door met projectielen naar de agenten te gooien. https://10aee71bc3b9d27055fa9874ae3911c8.safeframe.googlesyndication.com/safeframe/1-0-38/html/container.html
De linkse, politieke klasse in Brussel staat erbij en kijkt er gelaten naar. Ze creëren minstens de indruk dat ze het opnemen voor de relschoppers in plaats van voor de politie. Denken we maar aan Brussels minister Pascal Smet (toen sp.a, nu Vooruit) die “begrip” had voor de relschoppers.
Of de PS-politica Catherine François, die politieagenten zonder blikken of blozen uitschold voor “fascisten”, “racisten”, “seksueel geperverteerden” en ander fraais. Niet verwonderlijk dat veel politieagenten zich niet gesteund voelen door de bestuurlijke overheden.
VSOA-politievakbondsman Vincent Houssin had het zelfs over tegenwerking door bestuurlijke overheden. Dat er in bepaalde (Brusselse) wijken ernstige problemen zijn, is gekend. Het echte onderliggende probleem is daarbij dat politici liever de kop in het zand steken, de problemen onder de mat schuiven en tegen beter weten in halsstarrig vasthouden aan de eigen ‘zachte’ aanpak.
Een omgekeerde moraal: ‘Justice pour la Police’
Tegelijk merken we vaak een agressieve houding van bepaalde Brusselse politici die de politie met de vinger wijzen. Storend is ook de eenzijdige focus op de zogenaamde ‘slachtoffers’ van politiegeweld. Wanneer er iemand gewond geraakt bij een politie-interventie, dan kijkt men altijd beschuldigend in de richting van de politie.
Op de Nieuwe Graanmarkt én in Anderlecht zijn inmiddels zelfs basketbalterreinen genoemd naar Mehdi Bouda, die op 20 augustus 2019 ongelukkig werd aangereden nadat hij op de vlucht sloeg voor de politie.
Daarmee wordt de indruk gewekt dat Mehdi Bouda een onschuldig slachtoffer was van bruut politieoptreden. Dat het onderzoek van het het Brussels parket dat in de feiten tegenspreekt, negeert men vakkundig: “Uit het onderzoek kwam naar voren dat er een achtervolging te voet plaatsvond in het kader van een drugsverkoop tussen politie en verdachte”.
Niemand beweert dat Mehdi Bouda verdiende te sterven. Maar een plein noemen naar een straatcrimineel die om het leven kwam terwijl hij op de vlucht sloeg nadat hij betrapt werd voor een drugsdeal, dat kan alleen in België.
Vlaams Belang stelt een andere invalshoek voor. Laten we in elke Brusselse gemeente een plein vernoemen naar een politieagent die slachtoffer werd van bruut geweld. ‘Justice pour la police’, zeg maar.
Een herstel van het geweldsmonopolie…
Het moreel kompas inzake geweld op politie en politiegeweld slaat helemaal tilt. Er worden basketbalpleintjes genoemd naar drugsdealers, en tegelijkertijd zijn agenten dag in dag uit het slachtoffer van geweld.
Daarbij zien we ook twee maten en twee gewichten. Enerzijds stuurt een trotse burgemeester een gespierde politiemacht naar Ter Kamerenbos voor La Boum, maar anderzijds moeten agenten het onderspit delven tegen straatcrapuul op de Gentsesteenweg in Molenbeek.
Wie de reacties op sociale media leest, ziet telkens dezelfde vragen terugkomen. “Waarom treden die agenten niet harder op, of maken ze geen gebruik van hun wapen?”
Het antwoord ligt voor de hand. Door de continue verdachtmakingen uit linkse politieke hoek aarzelen agenten om hard op te treden wanneer nodig.
Ze zijn altijd op hun hoede dat een smartphone de interventie filmt en dat media of politici, niet gehinderd door enige kennis van de context, al klaar staan met hun oordeel: “Racistische agent gaat jongere te lijf”.
Nochtans zijn dat precies de momenten waarop bestuurders aan de kant van de politieagent moeten staan. Het geweldsmonopolie van de politie moet dan ook dringend in ere hersteld worden.
… onder bepaalde voorwaarden.
Wederzijds vertrouwen is nodig. Enerzijds moeten agenten weten dat ze, ook in moeilijke omstandigheden, gesteund worden. Anderzijds is er geen twijfel mogelijk dat wanneer agenten hun boekje te buiten gaan, daar gevolgen aan vasthangen.
Daarom wil het Vlaams Belang bodycams verplichten bij interventies. Ongegronde klachten over zogenaamd politiegeweld belanden op die manier snel in de prullenmand.
Anderzijds zullen ernstige klachten de opvolging krijgen die ze verdienen. Natuurlijk mogen bodycams nooit als ‘administratief’ controlemiddel ingezet worden tegen politieagenten, maar dankzij gebruik van bodycams zouden valse beschuldigingen over ‘discriminatoir of gewelddadig gedrag de facto onmogelijk worden.
Vijf over twaalf
De overheid moeten nu ingrijpen want het is meer dan ‘vijf over twaalf’. Als bepaalde wijken no-go-zones zijn voor de politie dan zijn ze dat zeker voor burgers. Politici moeten beseffen dat het soms nodig is om politioneel op te treden. Ook en zeker als de eigen achterban ervoor zorgt dat hun eigen gemeenten onleefbaar worden.
De politie is op dat vlak een belangrijke strategische partner van de overheid én van de bevolking. De ‘geitenwollensokken’-aanpak heeft al vaak gefaald. Tijd dus dat het geweldsmonopolie terugkeert naar wie het toebehoort: onze agenten.
Bob De Brabandere en Ortwin Depoortere