Wie heeft er belang bij de opgefokte brandstichting in Bilzen?
Voor de (leugen)media bestaat er geen twijfel over wie het asielcentrum in Bilzen in brand stak. De dader(s) moeten gezocht worden in de kringen van het Vlaams Belang. Zonder enige aanwijzing wordt onze partij bewust in een kwaad daglicht geplaatst. Wij weten niet wie het gedaan heeft, laat dat duidelijk zijn. Maar we hebben wel enkele bedenkingen
Lees hieronder de interessante bedenkingen van een medeburger – politiecommissaris – over de brand in het asielcentrum van Bilzen…
“Toen ik de cursussen van
de School voor Criminologie
en Criminalistiek volgde leerde ik daar onder andere, om bij incidenten ook de rol, toestand en
omgeving van slachtoffer te bekijken. Onder het motto “a qui profite le crime “
kan de realiteit gekke sprongen maken en in vele gevallen leidde dat tijdens
mijn loopbaan tot merkwaardige ontwikkelingen. Als ik vandaag deze kennis,
gekoppeld aan ervaring, toepas dan dien ik voor mezelf vast te stellen dat een
feitelijke afweging tussen het door de politieke concurrentie aangewezen Vlaams
Blok en de slachtoffers nl. de familie Noe- Wynants, eigenaar van het
asielpand, bij mij een wrang gevoel achterlaat. Ze zijn niet gek bij het VB.
Eerst openlijk betogen en het dan heimelijk in de fik steken zal hen geen
voordeel brengen. Integendeel. De partij is meer gebaat bij de stijgende
criminaliteit en overlast die het centrum zeker zal meebrengen in dit pastoraal
landschap van Grote Spouwen.. Betere en gratis publiciteit is ondenkbaar. Hen
uitmaken in de arena voor pyromanen en apen met verwijzing naar de Reichstag,
is een uitbraak van domheid, en ongecontroleerde subjectiviteit, badend in een
saus van georganiseerde bashing. Anderzijds is het verhaal van de eigenaars van
een ander gehalte. Het gebouw staat leeg en is in verval. In het dak zit asbest
dat ingevolge nieuwe Vlaamse regelgeving, moet verwijderd en vervangen worden.
Indien mijn informatie klopt, moet dat plaatsvinden voor 15 december. De
jaarrekening van de BVBA die het rusthuis uitbaatte, toont aan dat de faling
nakend was. Er waren geen inkomsten noch investeringen. Reserves zijn niet
voorhanden. Dan gebeurt er een mirakel: al dan niet gedwongen of aangereikte
interesse van de asielindustrie. Fedasil moet snel plaatsen creëren, huurt het
pand en kijk niet al te nauw. Renovatie gebeurt op kosten van de belastingbetaler
die ook 32 000 euro per maand ophoest aan de BVBA. Fedasil is dus
huurder-eigenaar van het gebouw en staat bijgevolg in voor alle rechtstreekse
of onrechtstreekse schade. Laat ons heel even veronderstellen dat de
vluchtelingen worden ondergebracht in een gebouw met asbest in het dak, en dat
de situatie de pers haalt. Schande en commentaar van overal. Het VB had het in
het parlement, tegenover Bart Somers, kunnen vergelijken met de gaskamers en
zyclon B. Maar zover komt het niet. Het dak brandt op en Fedasil, of een
verzekeringsmaatschappij, zal voor een nieuw zorgen, anders geen opvang, en dat
moet, alleen al m.b.t. gezichtsverlies, doorgaan. ONDERTUSSEN WORDT NU, HET
ASBEST DOOR EEN GESPECIALISEERDE FIRMA VERWIJDERD. OP KOST VAN DE SCHATKIST
Ik trek geen
conclusies. Als politiecommissaris van een nationale politie zou ik deze piste
destijds onderzocht hebben. Of de speurders van de lokale daartoe de toelating
hebben van de burgemeester is een andere vraag. ‘A qui profite le crime’.
Iedereen mag er het zijne van denken.”