“Onze mensen moeten opnieuw op de eerste plaats komen” (Tom Van Grieken)

De Wetstraat maakt zich op voor het nieuwe parlementaire jaar. Nadat het vorige nog volledig overheerst werd door de coronapandemie, komen nu de aloude politieke kwesties opnieuw aan de oppervlakte. Van het migratievraagstuk tot de staatshervorming. Waar zullen de prioriteiten van het Vlaams Belang komen te liggen? De redactie zocht voorzitter Tom Van Grieken op voor een gesprek. 

Het succesverhaal van uw voorzitterschap is genoegzaam bekend. Initieel werd u een kindsoldaat genoemd en momenteel geeft u leiding aan de partij die uit elke peiling als grootste tevoorschijn komt. Hoe blikt u zelf terug op deze periode? 

In de eerste plaats: dankbaar. Ik ben dankbaar dat ik destijds het vertrouwen heb gekregen van de leden van onze partij om het roer in die moeilijke periode te mogen overnemen. Maar ook dankbaar voor de jaren die erop volgden: met vallen en opstaan hebben we allemaal samen het Vlaams Belang weer op de kaart gezet. Vandaag zijn we volgens de peilingen veruit de grootste partij van Vlaanderen. Dat geeft ons ook een grote verantwoordelijkheid: de mensen kijken naar ons om een toekomstpad uit te stippelen waarbij we de zaken op orde zetten. Waarvoor wij staan is daarbij nog steeds duidelijk. Voor onze mensen, tegen massamigratie. Voor onze markt, tegen globalisering. Voor Vlaanderen, tegen België.   

We staan aan het begin van het nieuwe parlementaire jaar. Hoe evalueert u het parcours van Jan Jambon en Alexander De Croo? 

Het voorbije jaar was uiteraard een speciaal jaar: de schaduw van corona viel over zowat alles heen. Maar wat niet zo uitzonderlijk was, was het feit dat dit land nog steeds niet werkt. En dat werd uitgebreid gedemonstreerd. Alexander De Croo was eerste minister, maar niet de eerste minister van de Vlamingen. Hij was meer bezig met het blussen van allerhande brandjes in zijn eigen Vivaldi-regering, die op verschillende sleutelmomenten bewees met spuug en paktouw aan elkaar te hangen, dan met het voeren van beleid. De crisis werd op die manier amper gemanaged, laat staan aangepakt. 

Het hoofd van de Vlaamse regering, Jan Jambon, maakte langs zijn kant zijn geuzennaam ‘Sterke Jan’ allesbehalve waar, integendeel zelfs. Keer op keer ging hij met grote woorden richting Overlegcomité, om nadien beteuterd het tegenovergestelde te moeten verdedigen. Onbegrijpelijk voor een minister-president van de grootste en meest bijdragende regio van het land.  

Welke zijn de prioriteiten van het Vlaams Belang het komende parlementaire jaar? Waar gaat u zich op focussen? 

Om met de deur in huis te vallen: door de coronacrisis horen we weinig tot niets meer over de massale migratie richting Europa. Men zou daardoor kunnen geloven dat die voorbij is, maar niets is minder waar. Op het eiland Lampedusa alleen al kwamen er al duizenden gelukzoekers uit Afrika aan. En die blijven komen. Terwijl men zich daar in het Verenigd Koninkrijk op voorbereidt en de migratieregels aanscherpt, blijft het hier angstvallig stil. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy ‘makke’ Mahdi laat zich onder druk van zijn eigen coalitiepartners intussen zelfs chanteren door hongerstakers en zet zo de poort voor verder asielmisbruik wagenwijd open. Het Vlaams Belang zal zich daar blijven tegen verzetten. 

Naast het migratievraagstuk, zal onze partij zich natuurlijk ook over tal van andere dossiers buigen. Recent kwam nog aan het licht dat elektriciteit de helft duurder zou worden en gas zelfs tot drie keer duurder. In een land waar we al de hoogste belastingen van de hele wereld betalen, zadelt men de mensen dan ook nog eens op met een torenhoge energiefactuur met allerhande heffingen en taksen die niets met de reële elektriciteitskost te maken hebben. De btw-verlaging op energie naar 6 procent is voor ons dan ook een wezenlijk kernpunt. Het is op zulke dossiers dat het Vlaams Belang in de parlementen de stem van de gewone man en vrouw moet zijn en blijven.  

Daarnaast is er nog een groot probleem dat wij als vrijheidspartij absoluut niet uit de weg kunnen gaan: de vrijheid van meningsuiting die constant onder vuur ligt. 

Leg uit? 

Grote multinationals bepalen steeds meer wat wij wel en niet mogen zeggen. Vooral sociale mediabedrijven, die vandaag een zeer belangrijke rol in ons dagelijks leven hebben, spelen daar een vuil spel in. Neem nu de hele zaak rond Zwarte Piet: plots werden mensen door Facebook gestraft omdat ze een foto van een kinderfeestje online gooiden. Want volgens Facebook is dat racisme. Maar is het wel aan Facebook om dat te bepalen? Ik vind van niet. Het is aan onze eigen wetgevende macht om over onze vrijheid van meningsuiting te waken en dat overal. Wat vrij kan gezegd worden op straat, moet ook vrij kunnen gezegd worden op sociale media. Wij moeten bepalen waar die grens ligt en niet een Amerikaanse multinational.  

Het Vlaams Belang organiseerde de voorbije maanden gewaardeerde studiedagen over materies die zogezegd niet tot onze corebusiness behoren, zoals onderwijs en cultuur. Staan er nog studiedagen op het programma? 

Onze tegenstanders verwijten ons maar al te graag dat we een ‘one-issue’-partij zouden zijn. Ik moet daar altijd wat om lachen. Dat het Vlaams Belang vooral opvalt rond het thema migratie is natuurlijk niet zo verbazingwekkend: met uitzondering van de N-VA, die wat op twee benen huppelt, gedragen alle partijen zich als lakeien van de Open Grenzen-lobby. Dat wij daar als rechts-nationalistische partij tegenin gaan, is nogal wiedes. 

Dat wil echter niet zeggen dat dat het enige is wat wij doen. Wie een verkiezingsprogramma van het Vlaams Belang bij de hand neemt, kan met eigen ogen zien dat wij over alle maatschappelijke thema’s een duidelijk standpunt hebben. In alle parlementen zitten specialisten verzameld die zich samen met onze parlementsleden over alle domeinen bekommeren. Aangezien wij in tegenstelling tot de andere partijen in de reguliere media weinig tot geen kansen krijgen om onze standpunten hierover uit de doeken te doen, namen we dan maar zelf het initiatief om studiedagen te organiseren. En dat gaan we blijven doen, tot aan de verkiezingen van 2024. Dit jaar komen er dan ook nog heel wat uiteenlopende studiedagen aan: over Defensie, maar bijvoorbeeld ook over de situatie in onze hoofdstad Brussel. Wij zullen niet stilzitten. 

De coronapandemie schudde ook het gebruikelijke politieke gebeuren grondig door elkaar. Hoe staat u tegenover de huidige vrijheidsbeperkende maatregelen, nu Vlaanderen nagenoeg volledig gevaccineerd raakt? Moeten de coronamaatregelen, die bedoeld waren om de ziekenhuizen te ontlasten en de kwetsbaren te beschermen, niet op de schop? 

Men loopt in dit land altijd achter de feiten aan. In het begin, toen we nog weinig tot niets over het virus wisten, moesten we mijns inziens streng zijn. Maar wat kregen we te horen? “Het is maar een griepje.” Vandaag weten we al heel wat meer over het virus, zoals het feit dat gezonde jongeren veel minder kans hebben op al te erge klachten én is bovendien reeds meer dan 80% van de bevolking gevaccineerd. Dat zou er logischerwijze toch toe moeten leiden dat de vrijheidsbeperkende maatregelen inderdaad op de schop moeten.  

Het is trouwens maar de vraag of die maatregelen al niet veel te ver gingen. Nog niet zo lang geleden werd er een avondklok ingevoerd, ging men mensen met drones gaan bespieden en kregen sommigen een gevangenisstraf omdat ze met een groepje in openlucht rond een zwembad zaten. Bespottelijk, als je het mij vraagt.  

In Frankrijk voerde men een coronapas in. Mensen moeten dat voorleggen om op café te gaan, naar het theater…  

Nu iedereen de kans heeft gekregen om zich te laten vaccineren, is het méér dan tijd om terug te keren naar de normaliteit. Vaccinatie is overigens een vrije keuze. Wie wil gevaccineerd worden, kan gevaccineerd worden. Vaccins beschermen in het beste geval tegen besmetting, in het slechtste tegen ziekenhuisopname. Wat is dan eigenlijk nog het probleem? Aan een pasjesmaatschappij waar iedereen altijd en overal een bewijs moet voorleggen doen wij niet mee. Gaan we wachten tot er geen enkele besmetting meer is? Dan kunnen we van de lockdown een jaarlijkse gewoonte maken. We gaan niet zonder, maar met deze ziekte moeten leven. Met de nadruk op dat laatste: leven. 

Laat ons het tot slot nog even over het communautaire hebben. Als enige Vlaamse onafhankelijkheidspartij is het duidelijk dat het Vlaams Belang het einde van België nastreeft. Evenwel is er in speciale commissies in Kamer en Vlaams Parlement, en in een zogenaamd ‘dialoogplatform’ een omgekeerde beweging bezig. Die vergaderingen zijn in het leven geroepen om te herfederaliseren. Hoe kan het Vlaams Belang zich hiertegen verdedigen? Hoe kan u, met andere woorden, in die omstandigheden de bevolking warm maken voor minder België en meer Vlaanderen? 

Elke keer er in dit land zulke speciale commissies worden opgezet, moeten de Vlamingen zeer argwanend zijn. Verschillende staatshervormingen uit het verleden hebben dit land alleen ingewikkelder en nog meer onbestuurbaarder dan voordien gemaakt. Aan Vlaamse kant zijn er vandaag bovendien meer partijen dan ooit wier tanende macht onlosmakelijk vasthangt aan de misstaat België. Denk maar aan partijtjes als Open Vld of Vooruit, die in Vlaanderen niets voorstellen, maar dankzij hun Franstalige tegenhangers MR en PS op Belgisch niveau een groter gewicht hebben en in het geval van de liberalen als zevende partij van het land zelfs de premier kunnen leveren. Die partijen hebben er dus alle belang bij om het federale niveau te versterken.  

Eén ding is daarbij duidelijk: zij doen dat niet om beter beleid te kunnen voeren, maar uit eigenbelang. En dat moeten wij als Vlaams Belang duidelijk maken aan de mensen. Wie kiest voor meer België, kiest voor dezelfde oude partijen die alleen met zichzelf bezig zijn. De belangen van de Vlamingen zullen daar nooit op de eerste plaats komen te staan. Wie kiest voor Vlaanderen, die kiest voor een nieuwe toekomst, waarbij onze belangen op de eerste plaats staan. 

U heeft al vaker duidelijk gemaakt dat 2024 een cruciaal jaar wordt. Is dat nog steeds zo, nu N-VA-voorzitter Bart De Wever al meermaals aangekondigd heeft de deur voor samenwerking met ons gesloten te houden?  

Bart De Wever blaast wel vaker warm en koud tegelijk. “Nooit met de socialisten”, zei hij destijds als burgemeester van Antwerpen. En kijk, vandaag bestuurt hij met de socialisten. Daarnaast denk ik, in alle bescheidenheid, dat je als voorzitter van de partij jezelf moet overstijgen. Als voorzitter van het Vlaams Belang, vertegenwoordig ik alle Vlaams Belangers. Ik denk dat de voorzitter van de N-VA op dezelfde wijze alle N-VA’ers vertegenwoordigt. Het overgrote deel van die N-VA’ers staat wel open voor een samenwerking met het Vlaams Belang.  

In 2024 gaan wij doen waar we goed in zijn: campagne voeren en de mensen ervan overtuigen dat een ander Vlaanderen mogelijk is. Het is aan de Vlamingen om dan te oordelen of ze met ons willen meestappen in dat verhaal. Als ze dat overtuigend doen, dan ben ik bereid om namens het Vlaams Belang mijn verantwoordelijkheid te nemen. Ik stel daarbij geen exclusieven. Het enige wat ik wil bereiken is een beleid waarbij onze mensen opnieuw op de eerste plaats komen.  

Hebt u nog een boodschap voor de lezers? 

Ik zal eindigen waarmee ik begonnen ben: bedankt aan iedereen die onze partij heeft gesteund. Van het delen van een bericht op sociale media, over het ophangen van een affiche tot het bezoeken van geïnteresseerden en het houden van marktacties; al die zaken dragen bij tot het succes van onze partij. Samen maken we het Vlaams Belang groot, om nadien Vlaanderen weer groot te maken. 

En ik zal het voor één keer in het Engels zeggen: ‘you ain’t seen nothing yet’. Ze hebben nog niets gezien. Het Vlaams Belang zal ook het komende jaar alles uit de kast halen om onze boodschap van hoop overal in Vlaanderen te verspreiden.  

Opgetekend door Frederik Pas