Twee maanden scheiden ons nog van de Franse presidentsverkiezingen, waardoor de zenuwen stilaan gespannen raken.

De rechts-nationale kandidaten doen het goed in de recentste peilingen. Marine Le Pen is goed voor 18%, nieuwkomer Zemmour doet het met 14% ook niet slecht.

Wie klappen krijgt is de centrumrechtse kandidate Valérie Pécresse (LR). Zij haalt nog 12%, wat zo maar even 7% minder is dan bij de peilingen van een maand terug. Of dat het gevolg is van een desastreuze meeting in de Parijse Zenith, is nog maar de vraag. Voor de (leugen)media was zij nochtans de ‘chou-chou de service’, de gedoodverfde kandidate die het in de tweede ronde tegen Macron zou mogen (kunnen) opnemen en Marine daarvan zou verhinderen.

Dat is natuurlijk een opsteker voor Marine Le Pen: in tegenstelling tot Valérie Pécresse behoudt de kandidaat van het Rassemblement National een zeer hoog niveau: 18% van de stemintenties. Zij lijdt dus geen schade na de vlaag van overlopen van enkele van haar goede vrienden naar Eric Zemmour.

Losers

Wie er niet aan te pas komt is Anne Hidalgo, de socialistische burgemeester van Parijs. Amper 2% van de Fransen zouden geneigd zijn om voor haar te stemmen. Het dametje dat blijkbaar niet tegen haar verlies kan verwoordde het als volgt:

“Vandaag de dag is het beter om een fascistische negationist te zijn dan een republikeinse linkse vrouw”.

Anne Hidalgo, de kandidaat van de PS, gelooft trouwens niet in de peilingen die haar 2% van de stemintenties voor de presidentsverkiezingen geven. “Deze peilingen weerspiegelen niet het ware gewicht van mijn politieke familie”, aldus Hidalgo. Ze is er van overtuigd dat die peilingen het gevolg zijn van seksisme en vrouwenhaat. Dat geldt tevens voor Pécresse, voegde ze eraan toe.

Peilingen (slechte) doen rare zaken met een mens

RVW