Vakantie: bubbels van over de plas

Chilham, waar Taittinger zich thuis voelt

De grote uitdager van champagne zou in de toekomst wel eens de ‘sparkling wine’ uit Zuid-Engeland kunnen worden. Ze beschikken over dezelfde troeven: krijtbodem, zelfde klimaat, evenveel centen en deskundigheid, als hun vrienden van ‘over’ het water.

Over Engelse schuimwijnen is bij ons in Vlaanderen en Nederland niet zo veel geweten. Onterecht, want ze maken daar schitterende producten, wat zelfs uit de betere proeverijen blijkt.  Vorig jaar ging één van de prijzen naar de zeven jaar oude wijn van Nyetimber uit West-Sussex, die de voorkeur kreeg boven de Franse champagne Billecart-Salmon.  Een Andere Engelse winnaar was een vier jaar oude Gusborne Rosé uit Kent waartegen de Franse Ayala Rosé het moest afleggen.  Tijdens deze bijeenkomst moest Eric Riewer, voorzitter van de wijnproevers van Gault&Millau, trouwens toegeven onder de indruk te zijn van de Engelse prestaties. Let wel, deze wijnen zijn qua prijs met de betere champagnes te vergelijken.

Nyetimber, een topper uit West-Sussex

Laten we terloops ook maar eens vertellen dat de Engelsman Christopher Merret (1614-1695) dertig jaar vòòr Dom Pérignon al schuimwijn wist te maken. Daar bestaan bewijzen van: zijn bevindingen werden in 1662 gearchiveerd en liggen ter inzage in de Royal Society in Londen. Er was trouwens nog een andere reden waarom de bubbelende wijn in Engeland werd uitgevonden: alleen de Britse glasindustrie was in die tijd in staat om flessen te maken die sterk genoeg waren om aan de druk van de gisting te weerstaan.  Daarbij moet men weten dat champagnestopsels met een snelheid van 40 km per uur uit de fles vliegen. Volgens Duitse ‘wetenschappers’, die dat berekenden, is het theoretisch mogelijk dat kurken zelfs 100 km per uur kunnen bereiken.  Dat is zelfs niet zo verbazend als men weet dat de druk in een champagnefles twee keer groter is dan die van een autoband, namelijk zes bar.

Krijtrotsen bij Dover

Ook de vijftien miljoen jaren oude krijtgronden, zo belangrijk voor de regio Reims/ Épernay, en die nodig zijn voor kwaliteitsvolle champagne, lopen bovendien onder het Kanaal door tot in Zuid-Engeland.  De krijtwitte kliffen van Dover bewijzen dat ten volle.

Het klimaat, hoe zit het daar mee?  Sommige klimaatsceptici zeggen dat het ooit al warmer is geweest op aarde dan nu, en dat klopt. Tijdens de middeleeuwse warme periode werden er (al) druiven gekweekt in Engeland en smolten de gletsjers in de Alpen.  De ‘believers’ ontkennen dat gegeven niet maar zeggen dan weer dat die andere oorzaken hadden.  Iedereen denkt er het zijne van en het zal wel nog even duren vooraleer die discussie zal gesloten worden.  In de periode 1880 tot 2015 is de temperatuur met ongeveer 0,85°C gestegen, blijkbaar voldoende om het bekende en vermaarde champagnehuis Taittinger te overtuigen om het in Engeland te wagen. Binnen afzienbare tijd zullen onze Engelse vrienden – met of zonder Brexit – sparkling Taittinger kunnen drinken, geoogst en gebotteld op eigen bodem, zij het dan onder een andere naam.   Taittinger uit Reims, ging inderdaad de plas over om er in de regio South East England druivenranken aan te planten.  Daarvoor kocht het huis, samen met Britse partners,  in 2015 70 hectaren grond aan in Chilham, een dorpje in graafschap Kent, en werd het voor 55% aandeelhouder van de Frans-Britse ‘joint venture’.  De aangekochte gronden, vroeger bestemd voor het oogsten van appelen, peren en pruimen,  zullen voortaan beplant worden met druivenranken van Chardonnay, pinot noir en pinot meunier, dezelfde druivensoorten als die voor champagne.  De keuze voor Kent, tussen Thames Estuary en de Noordzee, heeft natuurlijk alles met de reeds aangehaalde ideale ligging te maken.  De lichte opwarming werkte het klimaatverschil tussen Frankrijk en Engeland weg.  Waarom zou je daar, in haast gelijke omstandigheden, geen goede bubbelwijn volgens de champagnemethode kunnen maken, zullen de oenologen van Taittinger hebben gedacht. Dat gebeurt dan ook, Engelse schuimwijn is vandaag “booming business”.

Maar er is meer. Het huis Taittinger, dat in Reims ongeveer 6 miljoen flessen produceert, wil uitbreiden. In en rond de stad van Clovis is dat zo goed als onmogelijk, gezien de schaarste aan wijnvelden.  Wordt er uitzonderlijk toch een wijngaard aangeboden, reken dan op een gemiddelde prijs van 1,4 miljoen euro per hectare in de Marne en op ‘slechts’ 725.000 euro  in de Aube.  In Frankrijk bezit het huis Taittinger 288 hectaren op de 35.000 hectaren wijngaarden in de champagneregio.

Maar terug naar het graafschap Kent.  Taittinger bedacht al een naam voor zijn Engelse ‘champagne’: Domaine Évremond, genoemd naar Charles de Marguetel de Saint-Denis de Saint-Evremond (1613-1703), militair, essayist, filosoof en epicurist, die de champagne in Engeland in de 17de eeuw promootte.  Évremond  zal de concurrentie moeten aangaan met namen als Chapel Down, Ridgeview, Nyetimber, Gusbourne, Denbies en Herbert Hall, allen genoteerd op wijnkaarten van de beste Britse restaurants en daarbuiten.  De eerste flessen, naar eigen zeggen ‘haut de gamme’,  worden in 2022 of 2023 verwacht.  Ze mikken op een jaarlijkse productie van om en bij de 300.000 flessen, waarvan de verkoopprijs 30 à 35 euro zal bedragen. Niet echt goedkoop, maar dat zijn de andere Engelse bubbels ook niet.

Ten slotte nog iets over dat ander Brits culinair product, de Cheddar. Naast Stilton, de brokkelige blauwschimmelkaas, is Cheddar de bekendste kaas uit Engeland.  Niet het oranjekleurig, wereldwijd geproduceerd afkooksel dat op kaas zou moeten lijken, wel de uitstekende ambachtelijke ‘boerencheddar’.

Het is een mythe dat goede cheddar diep oranjegekleurd moet zijn. De natuurlijke kleur van deze kaas, gemaakt van gepasteuriseerde koemelk, is wit. Het kleurtje kun je zelf bepalen door een kleurstof toe te voegen. Echte boerencheddar wordt niet gekleurd. Wil je een echte Cheddar kopen, koop dan deze met de beschermde oorsprongsbenaming, West Country Farmhouse Cheddar’. Deze kazen hebben een gladde, halfharde zuivel en een goudgele kleur. Hoe ouder de kaas, hoe donkerder het zuivel. Op jonge leeftijd is de smaak mild. Gedurende het rijpen ontwikkelt zich een lekkere, sterke nootachtige smaak. De betere kaaswinkels verkopen die topproducten natuurlijk wel, al is het even zoeken.